Titus Fierkens |
In een nieuwe serie interviews komen coaches aan het woord van atleten die in de afgelopen tijd bijzondere prestaties hebben geleverd. Wie is die coach en wat is zijn visie op het trainen en op het vak van de trainer? In deze eerste aflevering ontmoeten we Titus Fierkens (1966), de man achter de geslaagde limietpoging van marathonloper Frank Futselaar.
Fierkens was als atleet op de
800 meter vooral succesvol in de jaren 1984 tot 1992 en koos in 1996 voor zijn
maatschappelijke carrière als salesmanager bij Craft. ‘Mijn weken liepen te
vol, ook omdat ik inmiddels vader van twee kinderen was. Daardoor kreeg ik te
weinig rust’, zo kijkt hij terug op die beslissing. In 2005 klopte de
voorzitter van AV De Liemers bij hem aan. Of oud-lid Fierkens zin had om een
groep talentvolle lopers te begeleiden. ‘Ik merkte al snel dat die jongeren
echt gedreven waren, net als ikzelf indertijd. En ik had wel zin om terug te
komen in de atletiek.’
Sindsdien staat Fierkens
driemaal per week op de baan in Zevenaar of in de bossen van Montferland, waar
hij een groep van zo’n vijftien atleten begeleidt: junioren en senioren op afstanden
tussen 800 meter en de marathon. De baantraining op dinsdagmiddag begint voor
de coach al ruim voor de eerste lopers arriveren. Fierkens zet met hoedjes en
horden een aantal parcoursjes uit op het kunststof. Inlopen, loopscholing en
dan het programma van de dag – Fierkens begeleidt individueel, maakt schema’s
op maat, maar er wordt toch als één groep getraind.
"We moeten de kans op
Tokyo vergroten"
Corona vraagt om extra
maatregelen. Fierkens laat per kwartier een klein groepje komen, zodat ze op gepaste
afstand hun programma kunnen afwerken. Dat betekent dat hij zichzelf steeds
snel van de ene naar de andere plek op de baan moet verplaatsen om overal de
juiste finesses aan te brengen in het bewegingspatroon van zijn pupillen. Maar
daar hoeft de stemming niet onder te lijden, zo blijkt. Want zeker met
Futselaar in de buurt is de lach nooit ver weg.
De 29-jarige Futselaar liep in
december de marathon van Valencia in een p.r. van 2.11.30 en dat is precies de
limiet voor de Spelen van Tokyo. Inmiddels hebben ook drie andere atleten aan
die eis voldaan, terwijl Nederland slechts drie atleten naar Japan mag sturen.
Voor Fierkens en Futselaar is dat de reden om zich voor te bereiden op een
voorjaarsmarathon om dat p.r. aan te scherpen en de kans op deelname in Tokyo
te vergroten. Coach en atleet werken sinds de winter van 2014/2015 samen. In
2018 kwam het plan op tafel om een serieuze poging te doen om de Spelen van
2020 te halen. Voor Fierkens was wel duidelijk dat Futselaar zijn leven anders
zou moeten gaan inrichten: meer trainingsuren en vooral meer rust tussen de
trainingen door. Dat werd mogelijk gemaakt door Hans Frieling, eigenaar van een
sportcentrum in Westervoort, waar Futselaar in deeltijd werkte. Hij bracht een
tiental sponsors bij elkaar waardoor de potentiële Olympiër zich drie jaar lang
fulltime kon gaan richten op de sport.
Maar dan heb je wel een coach
nodig die dat op vakkundige wijze kan begeleiden. Fierkens was dan wel
oud-atleet, maar waar haalt hij de kennis over de trainingsleer vandaan? ‘Ik
ben hier begonnen zonder opleiding, maar heb in 2010 de trainersopleiding op
niveau 4 gevolgd. Ik ben gemotiveerd geraakt door Haico Scharn. Als oud
Olympiër en ex-bondscoach beschikt hij over veel ervaring. Hij is als adviseur
verbonden aan het team en met hem spar ik veel over topsport. Via hem beschik
ik over de nodige literatuur: boeken en oude jaargangen van Track&Field
News en Leichtathletik. Verder lees ik Sportgericht en NLCoach en heb ik een
digitaal abonnement op Sweat Elite. Toen ik in 2005 begon, heb ik veel
inspiratie opgedaan bij ervaren trainers zoals Theo Joosten, Addy Ruiter, Carel
van Nisselroy en Guido Hartensveld. Ik heb heel wat gezellige ochtenden met die
mannen doorgebracht.’
Vanuit welke visie bouwde
Fierkens aan het trainingsprogramma voor de marathon?
‘Frank is een allround atleet,
die goed is op de baan en in de cross. Hij profiteert op de marathon van de
snelheid die hij op de 1500m (3.46,73) en 3000m (8.00,39) heeft. Op de 5000m
(13.39,39) en 10.000m (28.50,92) liep hij vorig jaar p.r.’s. Ik zorg ervoor dat
hij iedere week de snelheden op de diverse afstanden goed onderhoudt.’ ‘Dat
betekent dat hij op dinsdag traint op de snelheid van zijn 3 tot 10 kilometer.
Op woensdag doet hij een duurloop van 60 tot 90 minuten met progressief tempo.
Op donderdag traint hij op de snelheid van zijn halve marathon (1.03) en op
zaterdag doet hij lange blokken op marathontempo. Op zondag doet hij een lange,
rustige duurloop. In de loop van de tijd hebben we de ochtend-duurloopjes
ingekort tot ongeveer een half uur, maar die gaan wel op een wat hogere
snelheid dan voorheen, tot 18km/u.’
‘Een ander kenmerk van mijn
programma is dat op dinsdag, woensdag en donderdag het accent op de snelheid
ligt en op zaterdag en zondag op de lengte van de trainingen. In totaal komen
we tot 12 trainingen per week, inclusief een krachttraining en tweemaal core
stability. Maar er zitten geen weken van 200km bij; ik vind 160 of iets meer
wel voldoende.’ Futselaar traint meestal met Daan Reintjes en Yorben Ruiter.
Fierkens richt de programma’s zó in dat ze een groot deel van de tijd op
hetzelfde tempo kunnen lopen. ‘Dat motiveert enorm’.
"We wisten dat de basis
goed was"
Futselaar debuteerde in april
2019 in Düsseldorf met een tijd van 2.16.58 op de marathon. Een half jaar later
kwam hij in Amsterdam tot 2.14.06. Daarna brak een onzekere tijd aan voor
atleten die hun oog hadden gericht op Tokyo. De beoogde kwalificatie-poging in
april 2020 in Rotterdam werd afgelast. De Spelen werden uitgesteld. Futselaar
koos voor een limietpoging in Londen, begin oktober, maar moest daar wegens kou
en regen na 27km uitstappen. Acht weken later liep hij in Valencia – waarvoor
hij zich veel eerder al had aangemeld – wel de vereiste tijd. Kortom: er werd
de nodige flexibiliteit geëist van coach en atleet.
‘In april was Frank klaar voor
een marathon in 2.11: mentaal sterk, erg fris in de trainingen. Alles klopte
gewoon en toen hoorden we drie weken tevoren dat het niet door kon gaan. De
eerste week had ik daar veel last van. Frank wilde gewoon doortrainen, maar
kreeg het een week later moeilijk. We hebben een rustperiode van drie weken
ingeruimd, alsof die marathon wél was gelopen en zijn toen aan het baanseizoen
begonnen.’ Na “Londen” kostte het minder moeite de draad weer op te pakken. ‘We
hebben die 27km daar opgevat als een stevige duurloop en het was fijn dat we
wisten dat Valencia een tweede kans bood. Dat de basis goed was, wisten we al
door zijn 28.50 op de 10.000m in een periode dat er stevig werd getraind.’ Toch
moest er ook nu weer geïmproviseerd worden. Een trainingsstage van ruim drie
weken in het hooggelegen Font Romeu moest Futselaar na vijf dagen afbreken
wegens verscherpte corona-regels. Als vervanging trainde hij vijf dagen lang
een uur in een hoogtekamer in Borculo. ‘Dan moet je goed nadenken welke
prikkels je daarmee geeft en wat er aanvullend nodig is.’
Fierkens heeft een bijzondere
constructie voor zijn werk als coach. Met zijn bedrijf Titussport is hij
kledingsponsor van zijn trainingsgroep, die de naam Running Team Liemers
draagt. Alle lopers zijn lid van de vereniging en betalen daarnaast een extra
contributie aan de coach, die zo’n 20 tot 25 uur per week werkzaam is voor hen:
de trainingen, het opstellen van individuele programma’s en de begeleiding bij
wedstrijden. Fierkens heeft daarnaast een eigen praktijk als coach voor de
begeleiding van individuele, recreatieve lopers. ‘Ik zie mezelf als een
professionele coach met een amateurstatus, zegt hij met enige zelfspot.
Wat is er nodig om zijn werk
als coach te verbeteren?
‘Meer samenwerking en meer
overleg met de Atletiekunie. Het zou goed zijn als talentvolle atleten meer
gebruik kunnen maken van de faciliteiten op Papendal, bijvoorbeeld voor
krachttraining, zonder dat er meteen aan hen wordt getrokken door de bondscoaches.
Natuurlijk mogen atleten hun eigen keuzes maken, maar betrek hun coaches daar
dan bij.’ (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten