woensdag 26 november 2025

Verslag van de Boekeldercross 2025 in Aalten

Hans Monasso op de hoogste trede van het podium met naast hem Jochen Boland en Hans Brunsveld

Het is maandagochtend 24 november en ik ontwaak na het weekend van de laatste Boekeldercross. Bij mijn ochtendritueel hoort ook het lezen van het nieuwste artikel op de website van Geert Wevers, en ik ben dan ook verheugd wanneer ik “verslag van de Boekeldercross” zie staan. Al bij de eerste regels herken ik de stijl van Frank Roos. Het moet gezegd: Frank is een alleraardigste chroniqueur. Zijn stukjes getuigen van een vlotte pen en zijn niet gespeend van enige humor en kleurrijk taalgebruik. Het enige kritiekpuntje – al mag het misschien geen kritiek heten – is dat de stukjes gekleurd worden door de roze Ava-bril. Een ander zou wellicht zeggen dat de beste man Ava-oogkleppen opheeft, maar dat zou ik dan zeker niet zo willen formuleren.

Zo worden in dit laatste stukje de prestaties van de niet-Ava-leden totaal niet genoemd. Er is geen aandacht voor de vele podiumplekken van onze Duitse vrienden, en ik vind geen enkele verwijzing naar de lopers die vier keer de lange reis van buiten de Achterhoek hebben gemaakt, zoals bijvoorbeeld Frank van der Wal, die maar liefst acht keer de pont over de Neder-Rijn heeft genomen om vanuit Doornenburg naar Dale te komen.

En ja, ik spreek ook vanuit eigenbelang. Ik weet dat op het toetsenbord van Frank de backspace automatisch in actie komt wanneer hij het woord “Monasso” probeert te typen, maar na vier jaar hoopte ik dan toch van “net niet” naar “eerste plek bij de M50” een vermelding te krijgen. Het zat er helaas weer niet in, dus moet ik de slingers maar weer zelf ophangen.

Enfin, dit stukje is op verzoek van Geert. De goedlachse hardloper en beheerder van de grootste regionale hardloopsite van Oost-Nederland vroeg me of ik een verslag wilde schrijven over de Boekeldercross 2025. Ik neem aan dat hij dat vanuit mijn perspectief als deelnemer bedoelt.

Vorig jaar werd ik tweede in het eindklassement, ruim achter Roland Saalmink, en mijn doel was dit jaar om in elk geval het gat in tijd zo veel mogelijk te dichten. Maar in deze tijd van Strava werd al snel duidelijk dat Roland dit jaar bijzonder weinig meters in de benen had, en zijn niet onbescheiden ego kennende, zag ik hem eigenlijk dit jaar helemaal niet lopen. Het is immers: voor de eerste plek of helemaal niet.

Maar mijzelf zat het ook niet mee. Een weekje voor de eerste cross tuimelde mijn VO2max naar beneden. Een latent griepje had zich van mij meester gemaakt en daarnaast hadden de weergoden besloten het traject om te toveren tot een dramatische modderbaan. Een echte crosser gaat dan voor de spikes, maar de hoeveelheid asfalt is dusdanig dat daar een nieuwe weg door de Amazone mee kan worden aangelegd.

Toch besloot ik op een keurige pace van 4 minuten per kilometer weg te gaan en bij de eerste slootkant lukte dat ook heel aardig. Het eerste 90-gradenbochtje ging ook prima, maar toen ging het mis. De loper voor mij gleed bij het aanzetten uit en omdat ik moest ontwijken, volgde ik zijn tuimeling. Snel weer opstaan en doorgaan, maar de eerder gevallen loper voor mij ging na 10 meter weer onderuit. Daarbij sloeg een rozenstruiktak in mijn gezicht, en toen was het duidelijk: deze eerste cross was meer dan hardlopen; dit was een gevecht om te overleven. Het tempo werd gedrukt, want het was geen gevecht meer om een goede tijd, maar vooral om overeind te blijven. De weg naar de Grevinkweg was lang, maar het asfalt lonkte. Eindelijk weer tempo, maar dat duurde niet lang, want dan komt de Gesinkbult. Hartslag in het rood en doorbijten. Eenmaal deze lelijke pukkel bedwongen, mag je even onverhard naar beneden lopen. Een stukje door de bosjes, door een oude drooggevallen sloot, alleen had moeder natuur besloten deze weer als beekbedding in gebruik te nemen. Tweehonderd meter dwars door bijna kniediep water, alvorens we via het trapje weer naar hoger gelegen gebied konden. Dat leek ideaal, maar het volgende haakse bochtje kwam er alweer aan. In slakkentempo genomen, waarbij ik door Roel Rusink, die beter schoeisel aanhad, weer gepasseerd werd.

De Welinkweg lonkte als een oase voor een dorstige reiziger in de woestijn. Een stukje asfalt, bult af. Maar omdat nieuwe eigenaren de wandelvrienden niet gunstig gezind zijn, moesten ook dit jaar de hardlopers er aan geloven: een nieuw stukje traject over een braakliggende akker. Zwaarder dan het vroegere alternatief en als extraatje een talud af, waarbij de oudere loper wel een leuninkje had kunnen gebruiken. Eenmaal de Romiendiek overgestoken, lonkte de finish. Maar voor we weer in de bedroom eyes van Marco mochten kijken, ging het laatste stuk dwars door de Flanders Fields. Enkeldiepe modder die alle illusie van snelheid uit het toch al gekrenkte ego sloegen.

De uiteindelijke tijd is niet het vermelden waard, maar iedereen die de eerste heeft meegelopen, is het erover eens dat dit de meest heroïsche editie ooit was. En nee, dat heb ik niet zelf bedacht; ik hoorde het Jan te Brake zachtjes fluisteren toen hij uitgeput over de dranghekken hing. De andere drie waren hierna niet meer het noemen waard. Ja, ik werd uiteindelijk eerste in mijn leeftijdscategorie. Daarom schreef ik dit stukje, maar uiteindelijk telde vooral de eerste.

Hans Monasso

Geen opmerkingen: