Alle deelnemers voor de start |
Het concept was simpel maar sprak ons erg aan: het ging om een zogenaamde Einladungslauf, dus super kleinschalig en informeel. Vrijdagavond kon iedereen al zijn intrek nemen in het Waldhotel in Kelkheim voor een gezamenlijke maaltijd en wat drankjes en kennismaken met de organisator Bert Kirchner en zijn vrouw Jessyca. ’s Morgens een gezamenlijk ontbijt en dan zouden we met een bus naar de start gebracht worden. In de bus kon je nog kiezen of je 70 of 50 km lopen wilde, maar eenmaal onderweg kon je niet meer afkorten. Via de Taunushöhenweg zouden we dan weer terug naar het hotel lopen.
De week voor vertrek hield ik al de weersvoorspellingen in de gaten. De hoeveelheid sneeuw of regen en de temperatuur zou sterk bepalend zijn voor de kleding die aan moest en de (reserve-)kleding die mee moest in de rugzak. Uiteindelijk zou het tempo niet erg hoog liggen en met slecht weer of pech onderweg konden we beter teveel dan te weinig kleding meenemen. Wat repen en bidons moesten natuurlijk ook nog in de rugzak, net als een hoofdlamp voor de laatste uren in het donker. Extra batterijen, noodkitje, regenkleding… Met een beetje proppen, passen en meten kreeg ik het allemaal net in mijn 10l Race Ultravest van Inov-8. Henrie heeft veel meer meer aan eten en drinken nodig voor onderweg dan ik, die liep dan ook met een 20l rugzakje.
Donderdags voor vertrek trok de heftigste storm van de laatste jaren over Nederland en Duitsland en werd er veel schade aangericht in de bossen. Hierdoor leek het nog even spannend te worden of het wel door zou gaan. Onderweg hoorden we op de Duitse radio allerlei waarschuwingen over bossen die “völlig Gesperrt” waren, maar het leek er op dat de Taunus een stukje zuidelijker lag en daardoor minder getroffen. We maakten ons maar niet te veel zorgen over een paar bomen over het pad.
Na aankomst in het hotelletje werden we hartelijk ontvangen door Bert en zijn vrouw, die uit pure hobby dit evenement organiseren. Veel deelnemers waren er niet, maar er kon ook maximaal een bus vol mensen meedoen. Als enige buitenlanders werden we hartelijk ontvangen en het was een gezellig samenzijn. Henrie en ik besloten echter om al vroeg het bed in te kruipen om zo fit mogelijk aan de start te staan. Maar voor we het bed indoken werd eerst de rugzak nog eens voor de laatste keer nagekeken en de kleding die we aan gingen doen klaargelegd.
Na het ontbijt stapten we in de bus die ons naar de start bracht. Best een eind in de bus, maar na een uurtje stonden we bij de start van de 70 km. Tijd voor een groepsfoto van iedereen. De 50 km lopers stapten daarna weer in. De start zou redelijk eenvoudig zijn volgens Bert, nou daar merkte ik niet veel van. Het ging gelijk al behoorlijk omhoog en ik merkte al snel dat ik meer last van mijn luchtwegen had dan wenselijk. Een flinke verkoudheid zat me dwars. Bovendien schoot het me een paar dagen geleden bijna in de rug tijdens een hoestbui. Gespannen en gevoelige hamstrings en bilspieren lieten me in deze eerste klimmen al weten dat ze er niet veel aan vonden. Dat beloofde niet veel goeds, maar het was wel een hele mooie omgeving.
De klimmetjes in de eerste kilometers waren lang en vrij heftig en tot onze verbazing liepen we op bijna de laatste plaats. Waren die anderen nu zo snel of wij zo langzaam? We lieten ons niet opjagen door de inboorlingen, het was immers nog een heel eind. Nog maar één groepje van drie mannen liep er op een gegeven moment achter ons door de bossen. Toen we weer gingen dalen zag het leven er al weer mooier uit. De schade in het gebied leek mee te vallen, wel wat omgevallen bomen maar geen ravage zoals we die op TV gezien hadden. De eerste verzorgingspost op 20 km had heerlijke warme thee en allerlei lekkers. Met een temperatuur rond het vriespunt en zwaarbewolkt weer was dat bijzonder welkom. Vol goede moed verder met het tweede blok dus.
Die goede moed zakte me echter al snel in de schoenen tijdens een kilometerslang stuk met net iets meer dan vals plat. Waar ik normaal nog redelijk uit de voeten zou moeten kunnen, lukte me dat nu niet. Mijn keel deed zeer en ik had bijna geen stem meer van het hoesten. Het ging zo slecht dat ik op een gegeven moment zelfs aan uitstappen dacht. Maar dat zou ik dan pas doen bij VP 2 op een km of 40. Daar moest ik dan eerst nog zien te komen. Henrie zag me worstelen en kwam met het voorstel om het dan maar gewoon te doen zoals het wel ging. Nog rustiger in overlevingsmodus omhoog en lekker ontspannen op de stukken naar beneden. Een uurtje meer of minder deed er immers niet toe. Dat was net wat ik nodig had om de negatieve gedachtes weg te jagen en de focus terug te krijgen. Dat het zoetjes begon te sneeuwen maakte geen verschil meer.
Bij VP2 aangekomen waren mijn klachten niet erger geworden. En dus had ik eigenlijk geen reden om uit te stappen en de perfecte verzorging deed weer wonderen. De klim naar de Feldberg (ruim 850 m) zou voornamelijk een kwestie van wandelen door de sneeuw worden. Bert waarschuwde ons nog om niet te lang op de top te blijven hangen in verband met de koude en de wind. Wij trokken voor de zekerheid onze regenpakken er maar overheen. Lekker warm en droog blijven was het devies. Het moet gezegd worden dat Bert niet gelogen had: het was een hele stevige berg om omhoog te lopen. Mijn hamstrings waren het er niet erg mee eens en ik liep te hijgen als een postpaard. Kleine pasjes maken en doorlopen, niet teveel nadenken.
Een mooie wandeling over de besneeuwde paden en door de bossen, waar we zeker niet alleen waren. Behoorlijk wat ouders en kinderen maakten gebruik van de wandelpaden om met een sleetje kilometers naar beneden te glijden. Geweldig leuk natuurlijk, maar je moest ze wel in de gaten houden. Remmen en uitwijken kan immers niet met een sleetje. Het sneeuwde onverdroten voort en het zicht op de top was jammer genoeg enorm beperkt. Nog een kilometer of 20 naar de finish en veel daglicht hadden we niet meer.
Meteen verder met de kilometerslange afdaling dus, glibberen en glijden over de sneeuw en modderpaden. Eerst was het nog wel lekker, maar na een klein half uurtje afdalen begon dat ook behoorlijk in de bovenbenen te trekken. VP3, net voor het donker inviel, was dan ook bijzonder welkom. Even rustig thee drinken, wat lekkers er bij. Batterijen vervangen in de GPS en de koplampjes uit de rugzak halen en op het hoofd zetten. Allemaal dingen die wat prettiger verlopen bij een verzorgingspost dan wanneer het het ‘in het veld’ moet doen. Mijn keel begon wat prettiger te voelen en het hoesten leek wat minder. Op naar de laatste uren in het donker dus.
Het laatste stuk bleek echter zeker geen rustig stukje uitlopen. Eerst mochten we een enorme steile klim over sneeuw- en modderpaden in het donker over singletracks door een half omgewaaid bos doen. Henrie liep op zijn eigen ritme omhoog, maar wachtte gelukkig regelmatig even op me, want bij vlagen zag ik het licht van zijn koplampje niet eens meer voor me. Na deze monsterklim kwam er een lange vlotte afdaling, waar ik weer wat moed begon te krijgen. Mijn benen trokken het echter bijna niet meer om nog te remmen. Na een allerlaatste mini VP hoefden we alleen nog maar Fischbach omhoog te lopen. Even dachten we dat het alleen de weg door het dorp omhoog was. Maar uiteraard was dat niet helemaal waar. Er volgde nog een laatste venijnig steile klim door het bos omhoog voor dat we uiteindelijk de straat inliepen waar het hotelletje lag. Met ongeveer mijn laatste krachten liep ik het trapje op naar de ingang van het hotel.
Een hartelijk welkom van het organiserende team en de lopers die er nog waren was onze prijs. De beste buitenlanders geworden in iets meer dan 11:31 uur. De beste loper was inmiddels al uren lang hoog en breed thuis. Een lekkere hete douche en even wat warm eten naar binnen werken zorgde er voor dat we weer een beetje mens werden voor we weer naar huis reden. Ondanks dat ik het heel zwaar had, en vervolgens de halve week geveld was door een verkoudheid, was het er toch weer eentje om bij te schrijven op de lijst van hele bijzondere lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten