Klagen dat je verzuurt bij een
halve of hele marathon? Daar klopt niets van! |
Bloedmelkzuurwaarden en
loopafstand
Als je de bloedmelkzuurwaarden
bepaalt na afloop van verschillende maximale loopprestaties dan zie je waarden,
die t.o.v. het rustniveau natuurlijk hoger liggen. Zo zijn de
melkzuurconcentraties na een maximale 100m, 200m en 400m respectievelijk ± 8x
(8 mmol/l), 18-20x (18-20 mmol/l)en 25-30x (25-30 mmol/l) hoger dan in rust.
De oorzaak van die hoge
melkzuurconcentraties ligt niet in het te langzaam op gang komen van de
zuurstofopname bij de korte afstanden, maar in het feit dat de snelheid van
energievoorziening {= synthese van adenosine trifosfaat (ATP)} via de aerobe
weg te kort schiet. Het blijkt n.l. dat zelfs bij een 100m sprint de aerobe
energie levering op nagenoeg 100% van het maximum is, maar dat de bijdrage van
het anaerobe systeem veel en veel groter is.
In feite wordt bij zéér hoge
intensiteit een heel groot deel van de snelle spiervezels, die per definitie
grotendeels anaeroob werken, gerekruteerd. Dit is heel voordelig voor de spier.
Er komt n.l. per seconde per gram spier ± 2 x zoveel energie (ATP) uit
spierglycogeen vrij uit de anaerobe afbraak dan via het aerobe systeem.
Daarentegen wordt bij de aerobe afbraak van 1 gram glycogeen 16x meer energie (=ATP) vrijgemaakt dan via
de anaerobe weg. Het anaerobe, melkzuur producerende, systeem is dus een veel
snellere ATP producent dan het aerobe systeem, maar de capaciteit is veel
minder. Het anaerobe, melkzuur producerende systeem verbruikt de glycogeen
voorraad bovendien erg snel en er komt melkzuur vrij en dat zou dus zware
vermoeidheid veroorzaken. Of dat laatste zo is, zullen we hieronder bespreken.
Maar eerst nog dit: welke
melkzuurwaarden worden gemeten bij afstanden van 800m en meer?
De door vele onderzoekers
gemeten waarden liggen na b.v. een 800m en
1500m respectievelijk rond de 20 en 15x hoger dan het rustniveau. Bij
nog langere afstanden worden nog veel lagere waarden gemeten. Na een marathon
liggen ze slechts 3-4 x boven het rustniveau of zelfs nog lager.
Hieruit zou je de conclusie
kunnen trekken, dat er nauwelijks melkzuur wordt geproduceerd tijdens aerobe
arbeid. Dit is echter een misvatting.
Melkzuur is een energiebron en
geen afvalstof
Als je op de goede manier
traint voor de langere loopafstanden en zeker de marathon, moet je de snelle 2a
en 2x vezels meer aeroob maken zonder dat de spierkracht afneemt. De spier kan
nu zijn energievoorraden (glycogeen en vetten) beter en sneller aeroob
afbreken. Dat betekent, dat via deze weg meer ATP/seconde vrij komt, waardoor
de minder efficiënte anaerobe weg niet of in mindere mate hoeft te worden
ingeschakeld.
Maar wat er door een goede
duurtraining nog meer gebeurt is misschien wel belangrijker. Zeker bij goed op
duur getrainde lopers wordt er wel degelijk melkzuur geproduceerd. Maar dit
wordt door andere, meer aerobe spievezels (inclusief het hart) weer opgenomen,
waar het via de aerobe weg wordt afgebroken om energie te leveren.
Door dit proces (de afvoer en oxidatie van melkzuur) blijft de bloedmelkzuurconcentratie laag. Hierdoor kan de spiercontractie krachtiger zijn, met als gevolg dat de loper een langere pas zal kunnen handhaven. Deze lopers hebben daartoe een enzymsysteem ontwikkeld dat het melkzuur in de spiervezel die het produceert snel naar het bloed sluist, terwijl de spieren die melkzuur kunnen verbranden juist een enzymsysteem krijgen, dat melkzuur opneemt. En met name dit systeem is er verantwoordelijk voor, dat de bloedmelkzuurwaarden bij marathon lopers laag zijn. Van verzuring is bij hen geen sprake.
Overschakelen op vetzuur
verbranding?
In onze spieren vinden we veel
meer vet dan glycogeen. In feite is de voorraad onuitputtelijk. Het probleem is
echter, dat deze vetvoorraad alleen optimaal aangesproken kan worden als je
goed op duur getraind bent. Bovendien is de hoeveelheid ATP die per gram vet
per seconde wordt gemaakt slechts de helft van die van de aerobe glycogeen
afbraak. Maar als je een 10km, en halve of hele marathon loopt met een
snelheid, die correspondeert met 70-85% VO2max, dan is het onmogelijk dat de
hiervoor benodigde energie alleen uit de glycogeen verbranding komt.
Je hebt daar n.l. niet
voldoende van. Dit betekent, dat de vetverbranding moet bijspringen. Dit
gebeurt vanaf het begin van elke submaximale arbeid.
Als je bij een lange duurloop
of marathon je benen voelt ‘verzuren’ dan is de oorzaak niet het melkzuur, maar
het nagenoeg volledig verbruik van een belangrijk voorraadje glycogeen, dat
precies bij het contractiemechanisme van de spier ligt. En juist de
vetverbranding kan alleen maar optimaal functioneren dankzij dat glycogeen. En
dat alles heeft grote gevolgen. In de spier kan het elektrisch evenwicht nu
niet meer gehandhaafd blijven, waardoor zij niet of slecht kan ontspannen. Je
voelt de benen zwaar worden en verliest de coördinatie. Er kan minder kracht
ontwikkeld worden, waardoor de paslengte afneemt. Alhoewel er met de
vetoxidatie ogenschijnlijk niets mis is, kan ook die niet optimaal functioneren
door het gebrek aan glycogeen.
Het gevolg van dit alles is,
dat je benen loodzwaar en verkrampt aanvoelen, je snelheid moet drastisch
omlaag. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten