Een intervaltraining is de sleutel tot snellere tijden |
Sneller worden met deze 11 intervaltips:
1.Zorg voor een goede basis: doe
eerst minimaal drie maanden drie keer per week een duurloop van dertig à
veertig minuten en start dan pas met de intervaltraining.
2.Optimale route: dat kan de
atletiekbaan zijn, maar ook een rustig, verkeersvrij en vlak parkoers in de
buurt.
3.Veilige ondergrond: tartan,
asfalt of klinkers. Mijd boomwortels, zandpaden, bulten, kuilen, kortom alle
ongelijke ondergrond.
4.Uitgebreide warming-up: zo
zijn je spieren klaar voor de arbeid. Ja, werken zal je.
5.Begin rustig: de laatste loop
mag niet langzamer gaan dan de eerste. Je wilt wel de hele training goed
afmaken.
6.Ken je grenzen: wie goed
doseert, wordt beloond met prestatieverbetering.
7.Houd het leuk en geniet:
intervaltrainingen zijn pittig, maar dwing jezelf niet.
8.Rust: de dag na een
intervaltraining.
9.Herhalingen: vijf in elke
serie is voor beginners een mooi, uitdagend maar veilig aantal.
10.Niet fit: overslaan die
intervaltraining.
11.Programma: als je er eenmaal
aan gewend bent, kunnen intervalprogramma’s er bijvoorbeeld zo uitzien: 10 à 20
x 200 meter, 6 à 10 x 400 meter, 4 x 800 meter, 3 x 1000/2000 meter. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten