Je omslagpunt is een belangrijke waarde, doe de gratis Boverman en Van der Poel test en bepaal hem zelf |
Even kort: wat is het
omslagpunt ook alweer
Het omslagpunt is een
hartslagzone (dus eigenlijk geen punt) waarbij je lichaam meer melkzuur
aanmaakt, dan als brandstof gebruikt. Melkzuur is voor je benen een
afvalproduct, maar voor je hartspier een brandstof. Als je heel veel melkzuur
aanmaakt, kan je hart het als brandstof niet meer verwerken en hoopt de
melkzuur zich op. Je bovenbenen verzuren. Een andere naam voor je omslagpunt is
anaerobe drempel of AT.
Er is ook een link tussen je
omslagpunt en je ademhaling. Bij lichte inspanning is je ademfrequentie laag en
neem je geen diepe teugen. Als je harder gaat lopen ga je eerst diepere teugen
nemen en blijft je ademfrequentie gelijk. Tot je bij je aerobe drempel bent:
dan worden je teugen niet meer dieper, maar ga je sneller ademen. Blijf je dan
versnellen, dan komt er een punt dat je niet meer sneller kunt ademen bij
hetzelfde teugvolume. Je komt bij je omslagpunt en gaat exponentieel sneller en
minder diep ademen. Je melkzuurwaarde schiet omhoog en je bovenbenen lopen vol.
Je kunt je omslagpunt laten
bepalen in centra waar ze apparatuur hebben om je bloed of je
adempatroon/teugvolume te meten. Maar het kan eenvoudiger. Je hoeft geen dure test te
doen bij een medisch centrum om je omslagpunt te weten. Omdat het omslagpunt een
hartslagzone is waarbij je het zwaar begint te krijgen en je ademhaling niet
meer onder controle hebt, kun je met een test op de atletiekbaan zelf je
omslagpunt testen of toetsen.
Als je twijfelt of het
omslagpunt dat je nu gebruikt juist is, kun je deze test ook doen om je
omslagpunt te controleren. Doe de Boverman – Van der Poel – test
1. Loop 6 minuten warm op een
tempo van ongeveer 7 kilometer per uur
2. Verhoog vervolgens elke 2
minuten je snelheid met 1 kilometer per uur
3. Je begint dus na het
inlopen 2 minuten met 8 kilometer per uur
4. Dan ga je na elke 2 minuten
1 kilometer per uur harder
5. Dit doe je net zo lang tot
je echt niet verder kan. Het is een maximaal-test, dus je mag best kapot gaan.
6. Als je kapot bent en je
kunt echt niet meer verder, kijk dan wat je maximale hartslag is, de meeste
horloges onthouden je maximale hartslag wel, maar voor de zekerheid is het goed
om zelf ook even te kijken.
7. En nu je omslagpunt – bij
benadering, maar het komt erg in de buurt. Hoe lager je maximale snelheid, hoe
dichter je maximale hartslag bij je omslagpunt ligt, met deze test.
Let op: de maximale hartslag
die je nu met deze test haalt is NIET je absolute maximale hartslag. Wel kunnen
we met deze test bij benadering je omslagpunt goed vaststellen.
Maximale snelheid 20 km/uur of
hoger? Je omslagpunt is 6 hartslagen lager dan je maximale hartslag.
Maximale snelheid 18-19
km/uur? Je omslagpunt is 5 hartslagen lager dan je maximale hartslag.
Maximale snelheid 16-17
km/uur? Je omslagpunt is 4 hartslagen lager dan je maximale hartslag.
Maximale snelheid 14-15 km/uur? Je omslagpunt is 3 hartslagen lager
dan je maximale hartslag.
Maximale snelheid 12-13
km/uur? Je omslagpunt is 2 hartslagen lager dan je maximale hartslag.
Maximale snelheid 10-11
km/uur? Je omslagpunt is 1 hartslag lager dan je maximale hartslag.
TIP: Laat iemand die doorgaans
sneller loopt dan jij als ‘haas’ fungeren. Hij/ zij kan het tempo bepalen. Zo
kun je dieper gaan en hoef je zelf niet op de snelheid te letten. De haas geeft
aan wanneer je moet versnellen. Deze haas kan natuurlijk ook op de fiets
meegaan. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten