Megapopulaire rubriek ziet Abraham |
Nog geen jaar geleden was ik een lullig studentje journalistiek die zo nu en dan wat woorden op papier smeet. Ik rommelde maar wat aan. Nu, 50 columns later, ben ik een gevierd columnist met een staat van dienst waar je ‘U’ tegen zegt. Overal ben ik een graag geziene gast en er gaan deuren voor mij open, die voor een ander altijd gesloten zullen blijven. Het is een jongensboek zonder einde.
Het is 23 oktober 2013. Na de gebruikelijk saaie
donderdagse duurloop stap ik op mijn fiets en maak aanstalten om naar huis te
gaan. Ineens word ik bij mijn arm gepakt door Geert Wevers. In het verleden heb
ik al wat diepgaande journalistieke artikelen geschreven voor zijn immens
populaire hardloopblog. Geert vindt het hoogtijd voor een nieuwe uitdaging. Een
wekelijkse column. Nog geen week na ons eerste zakelijke gesprek, staat mijn
eerste meesterwerk online. De rest is geschiedenis.
Mijn columns worden door een breed publiek met veel gejuich ontvangen. De lijst met hoogtepunten is onuitputtelijk. Ik kan er moeiteloos een boek, in mijn geval waarschijnlijk een bestseller, over schrijven. Toch licht ik één hoogtepunt uit. Als geboren woordkunstenaar val je overal op. Ook bij zorginstelling Estinea. Onlangs ben ik, samen met zeven ‘collega’s’ Nederlands kampioen geworden tijdens de zorgmarathon van Papendal. Het is overdreven om de titel volledig op mijn conto te schrijven, maar jullie weten net zo goed als ik, dat zonder mijn deelname het allemaal anders was gelopen. Maar goed, ik gun het die andere jongens van harte. Zij hebben vast enorm hun best gedaan.
Geert Wevers, die ik zie als mijn geestelijk vader en grote inspirator, heeft mij en mijn carrière volledig uit het slop getrokken. Een journalistieke loopbaan die niks waard was en op een dood spoor zat, is omgetoverd tot een glansrijke carrière met louter pieken. The sky is the limit. De Volkskrant omschreef mijn werk ooit als: “Een orgasme voor het brein”. Dag-in-dag-uit pluk ik de vruchten van het eclatante succes. Flierefluitend kom ik de dagen door. Niks is te gek en alles wat ik aanraak, verandert in goud. Kenners van de Nederlandse literatuur plaatsen mij in een rijtje met Annie MG Schmidt, Gerard Reve en Harry Mulisch. Persoonlijk vind ik dit onzin. Mulisch hoort in dat rijtje helemaal niet thuis. Mijn grote kracht is mijn ijzersterke karakter. Ondanks mijn ‘gouden pen’ weet ik toch die toegankelijke en bescheiden boerenknul te blijven.
Geert geniet ook intens van alle roem. De
bezoekersaantallen van zijn site zijn van abnormale proporties. “Ik heb die
jongen groot gemaakt”, is tegenwoordig zijn lijfspreuk. Op feestjes, premières, netwerkborrels en andere activiteiten waar wij samen verschijnen, roept Geert
dit te pas en te onpas. En uiteraard heeft hij het volledig bij het rechte
eind. Zijn medium en onuitputtelijke netwerk dragen wel degelijk bij aan het
succes, al moeten we niet uit het oog verliezen dat de meeste credits
natuurlijk uitgaan naar mijn eigen persoontje. Mijn columns worden door een breed publiek met veel gejuich ontvangen. De lijst met hoogtepunten is onuitputtelijk. Ik kan er moeiteloos een boek, in mijn geval waarschijnlijk een bestseller, over schrijven. Toch licht ik één hoogtepunt uit. Als geboren woordkunstenaar val je overal op. Ook bij zorginstelling Estinea. Onlangs ben ik, samen met zeven ‘collega’s’ Nederlands kampioen geworden tijdens de zorgmarathon van Papendal. Het is overdreven om de titel volledig op mijn conto te schrijven, maar jullie weten net zo goed als ik, dat zonder mijn deelname het allemaal anders was gelopen. Maar goed, ik gun het die andere jongens van harte. Zij hebben vast enorm hun best gedaan.
Geert Wevers, die ik zie als mijn geestelijk vader en grote inspirator, heeft mij en mijn carrière volledig uit het slop getrokken. Een journalistieke loopbaan die niks waard was en op een dood spoor zat, is omgetoverd tot een glansrijke carrière met louter pieken. The sky is the limit. De Volkskrant omschreef mijn werk ooit als: “Een orgasme voor het brein”. Dag-in-dag-uit pluk ik de vruchten van het eclatante succes. Flierefluitend kom ik de dagen door. Niks is te gek en alles wat ik aanraak, verandert in goud. Kenners van de Nederlandse literatuur plaatsen mij in een rijtje met Annie MG Schmidt, Gerard Reve en Harry Mulisch. Persoonlijk vind ik dit onzin. Mulisch hoort in dat rijtje helemaal niet thuis. Mijn grote kracht is mijn ijzersterke karakter. Ondanks mijn ‘gouden pen’ weet ik toch die toegankelijke en bescheiden boerenknul te blijven.
Zelden zijn Geert en ik het oneens. Slechts één column
werd, door een verschil van inzicht, niet geplaatst, iets wat ik hem tot op de
dag van vandaag kwalijk neem. Voor de rest steunt hij me door dik een dun. Wij
zijn een gouden koppel met een glansrijke toekomst. Geert en ik zijn het over
één ding altijd eens. Hoe groot ons succes ook is, we blijven altijd met beide
benen op de grond staan.
11 opmerkingen:
Hardlopers staan nooit met beide benen op de grond...
Ik zag vanmorgen, ondanks dat het nog redelijk donker was, al iets vreemds in de lucht. Nu weet ik wat het was. Erwin kwam op zijn grote roze wolk voorbij!
Meesterlijk geschreven.
Mooi man, tis neet zo moar een stukskes schriever. Tis nog 'ne sprekker ok ;-)
Op naar de 100, en ben in afwachting van de "niet" geplaatste Column
hahaha Erwin keep dreaming
Het succes is je niet komen aanwaaien Erwin.Je hebt aangetoond dat je niet alleen rap van tong bent(ook als je niet hebt gedronken)maar ook met de pen uitstekend overweg kunt.
Boeiend zijn colums,die ik soms al voor het ontbijt lees.Je kunt je in de toekomst in het rijtje v/d de grote schrijvers der aarde voegen.Na je loopcarriere heb je een colum in de landelijke bladen.
Blijf gewoon nuchter onder deze lofuitingen,dat siert je .
Elke week een column, da's een prestatie van formaat. En je blijft er zo gewoon onder...
op naar de gesproken column!!
Was deel 50 tevens het afscheid, ik mis vanochtend deel 51?
Klopt Gerrit, in de loop van de dag komt de column er op te staan.
Een reactie posten