|
O, wat heb ik ze gemist, die wedstrijden! |
O, wat heb ik ze gemist, die
wedstrijden. Na maanden doelloos en zonder startnummer door de bossen te hebben
gedoold, wil ik zo graag die start- en finishlijn weer zien. Vooral die
finishlijn. En alles wat bij zo’n wedstrijd hoort. Het gedoe, de rituelen, de
spanning, de ontlading. De avond ervoor de sporttas vast opzoeken, vullen,
leeghalen, checken en nogmaals vullen. En op de ochtend van de wedstrijd die
tas wéér drie keer controleren. Om vervolgens even vaak het toilet te bezoeken.
Omdat het dan nog kan. Ook wil ik weer veel te vroeg op de startlocatie
aankomen, omdat je maar nooit weet wat je onderweg nog tegenkomt. Ik wil ook
tot op het laatst twijfelen of ik de 5 of de 10 ga doen. Want die benen voelen
toch niet helemaal zo lekker vandaag. Ik wil dat er weer een groot brok in mijn
keel vliegt bij het schallen van Marmor, Stein und Eisen bricht.
Maar wat ik het meest gemist
heb, zijn al die andere lopers die hun kwaaltjes over mij heen storten:
‘mwwahh, net van een blessure terug’, ‘nee, de echte snelheid is er nog niet’,
‘beetje verkouden geweest’, ‘beetje te druk op werk’, ‘te weinig getraind’ of
– liever nog – ‘te veel getraind’.
Waarna men er steevast aan toevoegt ditmaal ‘maar rustig van start te gaan’ en
‘zien hoe het gaat.’
Maar als het startschot
eenmaal valt, wil ik diezelfde klagers ook weer als een raket zien wegschieten.
De grootste klagers voorop. En ik wil ze na afloop – als ze lang en breed voor
mij gefinisht zijn – horen zeggen dat ‘het toch wel meeviel’. En als die
snelheidsduivels mij dan beleefd terugvragen naar mijn tijd, wil ik ze mij met
een ‘ah, netjes’ horen complimenteren. ‘Netjes’. Een fraai eufemisme voor ‘toch
leuk voor die man’, maar dan netjes gezegd.
Ik wil me dan zelf weer horen
zeggen dat ik het ‘niet wilde forceren’, daarmee in ieder geval voor mijzelf de
illusie levend houdend dat er nog hoop is op betere tijden. Terug in de auto,
als ze dan hun herinneringen gaan ophalen (dat had ik al bij het
wedstrijdsecretariaat gedaan), wil ik alleen maar stilletjes wegkruipen. En
overpeinzen waarom het toch weer niet sneller ging dan ik wilde. En waarom ik
het toch elke keer weer onderga, al dat gedoe bij die loopjes. O, wat heb ik ze gemist, die
wedstrijden. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten