vrijdag 1 november 2024

Uit de oude doos: Waarom vrouwen vroeger niet mochten hardlopen

Katherine Switzer wordt tijdens de Boston Marathon op 19 april 1967 achtervolgd door wedstrijdleider Jock Semple

Het is nog helemaal niet zo lang geleden dat deelnemen aan hardloopwedstrijden voor vrouwen uit den boze was. Hardlopen zou voor allerlei kwalen zorgen waartegen vrouwen moesten worden ‘beschermd’. Zo zou het leiden tot onaantrekkelijkheid, verlies van vrouwelijkheid, en hangborsten, bloedarmoede en haargroei op ‘ongewenste plekken’ veroorzaken.

Of nog erger: hardlopen kon onomkeerbare schade toebrengen aan het vrouwenlichaam, zoals onvruchtbaarheid. Vrouwelijke lopers werden hierdoor lang uitgesloten, totdat verzet heel langzaam leidde tot verandering.

De Olympische Spelen in Amsterdam

We gaan terug naar de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Het was de eerste editie waarin vrouwen mochten deelnemen aan atletiekonderdelen, waaronder de 100 meter, 800 meter en de 4x100 meter. Er stonden 9 vrouwelijke atleten aan de start van de 800 meter, de Duitse Lina Radke kwam als eerste over de finish.

De atleten waren natuurlijk prima in staat deze afstand af te leggen, maar de sportbestuurders en journalisten zagen dit anders. Zij beschouwden de 800 meter als ‘veel te zwaar’ voor de vrouwen. De Telegraaf schreef het volgende:

‘Alleen de winster Frau Radke leek nog tamelijk fit, ook de Japanse, die tweede werd. De rest duizelde, voor zoover niet volkomen buiten kennis, zwaaiend en tollend van uitputting over de eindstreep. Het heele stel had tien minuten nodig om weer op adem te komen, waarop het grienend zwikje met uitzondering van de winster elkander melodramatisch de schouders omvattend uit het gezichtsveld verdween. Laat dit de laatste maal zijn, Heeren voorbereiders van Olympiades.’

Nepnieuws en een verbod

De 800-meter-vrouwen zorgden voor veel opschudding. Verschillende internationale kranten hadden geen goed woord over voor de atleten en er was zelfs nepnieuws in omloop. Zo gingen er gemanipuleerde filmbeelden rond van een deelneemster die uitgeput over de finish kwam. Volgens tegenstanders was dit hét bewijs dat de afstand veel te zwaar was.

Uit onderzoek bleek later dat de beelden nep waren, maar het kwaad was al geschied. Vrouwen mochten niet meer deelnemen aan Olympische wedstrijden langer dan 200 meter, een verbod dat maar liefst 32 jaar stand zou houden.

In het geheim meedoen aan de marathon

We spoelen door naar 1966. Hoewel het verbod op de Olympische Spelen inmiddels was opgeheven, was de marathon nog steeds verbonden terrein voor vrouwen. De 23-jarige Roberta ‘Bobbi’ Gibb vroeg een startnummer aan, maar werd afgewezen. Organisator Will Cloney was van mening dat vrouwen fysiek niet in staat waren om de 42 kilometer en 195 meter te lopen, maar Bobbi was een andere mening toebedeeld.

Om het tegendeel te bewijzen glipte ze vanuit de struiken bij de startlijn stiekem het deelnemersveld in. Haar moedige actie werd enthousiast ontvangen door andere hardlopers en toeschouwers. Ze liep de marathon in een tijd van 3.21.40 en is daarmee de eerste vrouw die ‘illegaal’ de marathon liep. Maar hoewel de toon was gezet, mochten vrouwen nog steeds niet meedoen.

De eerste officiële deelneemster

Een jaar later deed de 20-jarige Katherine Switzer een poging. In tegenstelling tot Gibb lukte het haar wel om een startnummer voor de Boston Marathon te bemachtigen. Dit deed ze door zich in te schrijven onder een neutrale naam: K.V. Switzer. Maar bij aanvang werd gelijk duidelijk dat haar deelname niet op prijs werd gesteld.

Wedstrijdleider Jock Semple zag haar passeren en reageerde woedend. Hij schreeuwde ‘get the hell out of my race’ en rende achter haar aan in een poging om het startnummer van haar shirt te scheuren, een actie die opmerkelijke beelden opleverde.

Het was bovendien een kansloze zet. Semple werd weggeduwd door Switzers vriend en latere echtgenoot Tom Miller, een voormalig American-footballspeler. Miller riep ‘Run like hell, Kathrine!’ en ze vervolgde de race. Eenmaal over de finishlijn was ze de eerste vrouw die officieel een marathon had gelopen. Haar tijd: 4.20.02.

Hoewel Bobbi en Katherine hadden aangetoond dat vrouwen uitstekend in staat waren om een marathon te lopen, mochten vrouwen pas in 1972 officieel deelnemen. Dat vrouwen vandaag de dag kunnen meedoen, hebben we aan hen te danken. (bron)