zaterdag 1 september 2018

Train je pasritme!

Ritmelopen zijn zowel voor sprinters als voor marathonlopers geschikt
Om meer economisch te kunnen gaan lopen zul je vooral aandacht aan de loopscholing moeten besteden. De trainingsvorm die daar direct op aansluit zijn de ritmelopen.

De ritmelopen gaan over kortere afstanden met 'gemakkelijk' looptempo, waarbij je zo veel mogelijk op je pasritme kunt letten. Het pasritme heeft te maken met het aantal passen dat je per minuut maakt. Naast aanleg, loopafstand en het looptempo is het pasritme afhankelijk van de mate van getraindheid. Vooral beginnende lopers hebben de neiging met te grote passen te lopen en zijn daarom gebaat bij enige controle van hun pasritme.

De ritmelopen zullen zo kort moeten zijn dat ondanks het hogere looptempo er nog maar weinig afvalstoffen in de beenspieren gevormd wordt. Het looptempo tijdens de ritmelopen moet zodanig zijn dat er steeds voldoende zuurstof kan worden opgenomen. Het zodanig lopen in gecontroleerd vooral 'gemakkelijk' tempo zal vooral de techniek verbeteren, zodat we ook in langzamer tempo economischer zullen gaan lopen.

Controle om het ritme vast te stellen, verkrijg je door regelmatig het aantal passen per minuut te tellen. Bij een ritmeloop over bijvoorbeeld 20” ["=seconden] tel je het aantal keer dat dezelfde voet steeds op de grond komt, daarna vermenigvuldig je dit met 6, dan heb je het aantal loopassen per minuut.

Beginnende lopers hebben veelal 160 looppassen per minuut. Het is aan te bevelen te streven naar 175/180 of meer looppassen per minuut. Vooral wedstrijdlopers zullen hogere waarden bereiken.

Aandachtspunten bij de toepassing van ritmelopen
• ritmelopen gaan in een 'gemakkelijk' tempo, het zijn geen sprintlopen;
• uitvoeren met kort lichtvoetig grondcontact [a.h.w. over een gloeiend hete plaat lopen] en zonder overdreven beenacties;
• steeds geleidelijk licht versnellend op tempo komen en aan het einde rustig en ook ritmisch het tempo terugnemen;
• ook kan de gehele ritmeloop als versnelling worden gedaan, dan kun je natuurlijk niet de pasfrequentie controleren;
• de tijdsduur kan variëren van omstreeks 7” tot 40”;
• als het pasritme meer en meer beheerst wordt kan er met mate ook licht gevarieerd worden met de paslengte;
• zorg in het begin voor zo weinig mogelijk weerstand door met de wind mee te lopen of zoek aanvankelijk een licht aflopend pad;
• wanneer de concentratie overgaat in gecontroleerde coördinatie kun je ook ritmelopen afwisselen met licht omhoog of met tegenwind lopen;
• je kunt ook aan het einde van een warming-up voor een serie tempolopen of een vlotte duurloop enige ritmelopen doen.

Gevorderde lopers
Gevorderde lopers kunnen ook bij de cooling down [of daar net voor] de nodige ritmelopen doen. Na een vermoeiende training dienen zij extra aandacht aan de coördinatie te besteden.  Vooral gevorderde lopers kunnen ook aan de slag met ritmelopen op blote voeten. Ritmelopen zijn zowel voor sprinters als voor marathonlopers geschikt. (bron)

Geen opmerkingen: