Het is
maandagavond 13 september 2021. The day after. The day after the
Achtkastelenloop van 30 km lang. The day after de dag dat ik me ouderwets
vergaloppeerde.
Ik zit nu, enigszins labiel, een stukje te schrijven. Het
is ter eigen lering en hopelijk ter jullie vermaak. Ik heb lang na moeten
denken over de titel. “Na het 5e kasteel ging het licht uit.” Of
deze zou ook kunnen: “Eigenwijs hoofd helpt vermoeid lijf de vernieling in”. Of
deze: “Achtkastelenloop wordt een grote Kramprun”…
Ik hoop in ieder geval dat ik me na zondag beter houd aan
afspraken die ik met mezelf maak. Dit zelfkritische stukje ga ik telkens weer
lezen als er een zware wedstrijd op het programma staat. Zoals de marathon van
Rotterdam, om er eens eentje te noemen. Ik ben blij dat ik hiervoor het
sympathieke weblog van wijze neef Geert mag gebruiken. Die heel relaxed en met
de regelmaat van een Zwitsers uurwerk de 30 km afwerkte. Zonder een centje
pijn!
De dag begon zo mooi. Evelien mocht de Mini meenemen van
André en pikte Gerdy, Walter en mij op. Dikke pret onderweg. De sfeer was
ontspannen. We waren blij dat we weer eens een wedstrijd mochten lopen. In
Vorden aangekomen troffen we een hoop loopmaten van AVA en de Zandlopers. Een
mooi feestje gloorde aan de Vordense horizon.
Ik had praatjes. Ik geef het toe. Mijn doel van de dag was
“geduld trainen”. Niet te bolderig van start gaan, zoals zo vaak. Het idee van
10 – 10 – 10 sprak me aan. Dit idee is een beproefd concept om de marathon op
te bouwen. 10 Mijl lang een tikkie boven je beoogde gemiddelde lopen, de
volgende 10 mijl op je getrainde gemiddeld lopen, om tot slot op de laatste 10
km te kijken wat er nog in het vat zit. Anderhalf jaar geleden liep ik de
Achtkastelenloop in 2:27, 4.59 min per km. Nu, ondanks alle omstandigheden (kom
ik later op terug), wilde ik de eerste 12 km 5:10 lopen, de volgende 12 km 5:00
en de laatste 6 km full pull. Dwaas!
Bij de start zat ik direct achter de pacer van 5:00. “Oeps,
kalm an Rinke”, dacht ik nog. Maar heej! Vandaag gaat het echt heel
gemakkelijk! Nee, echt! Deze keer is het echt, dit is een topdag! Dwaas. Erwin
Wamelink kwam naast me lopen. Erwin, als hardloper (én columnist) vele malen de
meerdere van mij. Toen had er al een lichtje moeten gaan branden. Ik vertelde
Erwin mijn plan. Vond ie een mooi plan. “We gaan wel wandelen bij de
drinkposten”, zei ik nog. Om vervolgens de tijd weer in te halen door even te
versnellen. Dwaas.
Na een kilometer of 8 kwam Debby uit Oldenzaal bij ons
lopen. Hartstikke gezellig. Al keuvelend passeerden we het 20 km punt. Nog
steeds met een gemiddelde rond de 5:00 – 5.05. Niet conform plan dus. En praten
kost ook energie Rinke. Ik begon me te beseffen dat we nog 10 km moesten. Nog
een goeie 3 kwartier. Hoe dan? De kramp in de kuiten begon genadeloos toe te
slaan. Mooi zo’n voorvoetlanding, maar je komt er niet ver mee. Showpik. Aan
Debby en Erwin was nog niks te zien. Debby had nota bene in januari nog een
kind gekregen! Ik heb er dan wel 5 gekregen, maar daar heb ik niet veel aan
geleden. Als Debby dit kan, kan ik dit toch ook? En Erwin dan! Zijn langste
duurloop dit jaar was het naar huis strompelen van Schiller naar de Hollenberg!
En kijk hem nu: tralalala…effen 30 kilometertjes rennen. Dan moet ik, Spartaans
afgetraind en al tijden van de drank af, toch kunnen volgen? Maar nee, lijf en
geest weigerden. Kramp in kuiten en heffers. En een hartslag van boven de 190.
Mijn lichaam was in pure paniek. De stemmetjes in mijn hoofd werden serieuze
roeptoeters: stop!
De laatste 10 km waren een verzoeking. Door Jan en alleman
werd ik ingehaald. Eerst door een bemoedigende Gerdy, toen door Walter, nicht
Linda, Herman…De gifbeker moest helemaal leeg. Ik werd door oude mannen
ingehaald, door volslanke (maar ongetwijfeld hele lieve) vrouwen, door
stampers, hijgers, kreuners…noem maar op. Het lukte me nog net om de talloze
naaktslakken voor te blijven.
De finish was enigszins zwalkend, maar louterend. Vol
liefde werd ik ontvangen door mijn loopmaten. Jan te Brake zag de ernst van de
situatie in en bond me op het hart om de komende 2 weken niet te rennen!
Bedankt Jan, ik ga er me aan houden.
En nu de les. Het wordt een tikkeltje persoonlijk. Er mag
door gescrold worden…
De fysieke les is dat ik eindelijk eens rekening moet
houden met de omstandigheden. Bij koud weer floreer ik het best. Bij zweterig
weer niet. Bij een hoge luchtvochtigheid – en daar hebben we al maanden mee van
doen – moet ik gewoon minimaal een kwart minuut op mijn beoogde kilometertijden
zetten. Punt. Ik had gewoon op 5:15 de km weg moeten gaan. Daar was ik nog best
mee aan het zweten gekomen.
De mentale les is dat ik beter moet luisteren naar mijn
lichaam. We hebben een bijzondere periode achter de rug, anderhalf jaar corona.
Anderhalf jaar lang superflexibel zijn, de moed er in houden, vrouw en kinderen
met de ziel onder de arm, thuiswerken, op afstand medewerkers en collega’s
aansturen, 100 ballen tegelijk in de lucht houden, slecht slapen van de stress.
Vooral dat laatste dus. Al tijden word ik knettervroeg wakker. En dan gaan de
raderen direct weer lopen. ’t Is niet te stoppen. Het nadeel van een nimmer rustend
creatief brein, dat ook nog eens een eigen zaak moet runnen. Het is een heftige
tijd geweest, hopelijk is het eind in zicht.
Hardlopen is een prachtige manier om de kop los te maken.
Het is geen doel, maar een middel. Ik hoef de 30 km niet binnen 2,5 uur te
lopen. Ik win toch nooit van Mark. Als ik van mezelf weet dat ik moe ben, maar
wel graag wil rennen, moet ik de tijden loslaten. Gewoon fijn rennen. Het is
niet erg dat Gerdy een keertje sneller is. Of Walter. Ook Evelien mag me
inhalen. Dan heb ik mooi wat te kieken onderweg. Geniet eens van al dat moois
Rinke!
Dat dus. Deze les hoop ik dus te leren. Als je je wat
voorneemt, doe het dan. En stel realistische doelen.
Op de terugweg zat ik wat groggy achter in de Mini. De
andere loopvrienden hadden fantastisch gelopen. Mooi man. De sfeer was derhalve
goed, goed voor het herstel. We reden een eindje om, om een McFlurry te scoren.
Daar knapten we van op. Ondanks dat ik getrakteerd had op deze lekkernij,
maakten mijn hardloopvrienden superleuke grapjes over “aanmelden bij De
Wandelvriend” en zo. Haha, wat een lachen was dat…tsss.
De mooie momenten van de dag ga ik koesteren. De laatste 10
km doe ik in de la “leerzame, maar o zo pijnlijke hardloopervaringen”. In de
voorbereidingen op de marathon zal ik dit laadje nog eens raadplegen. Met deze
ervaring rijker wordt het misschien toch nog mooi in Rotterdam.
Lieve lezers, bedankt dat ik even tegen jullie aan mocht
praten.
Een sportieve, nog enigszins pijnlijke en stijve groet,
Rinke ter Haar
|
Voor de start met Evelien, Walter en Gerdy
|
2 opmerkingen:
Fantastisch verslag en ik hoop dat je er weer boven opkomt.👍😃
Prachtig stukje Rinke...
Een reactie posten