donderdag 16 maart 2017

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 169

De vijf musketiers van AVA'70
Vijf musketiers terroriseren Sportcafé 

“Mag ik nog 5 biertjes?”Het Sportcafé stroomt langzaam vol. De jassen worden opgehangen en Rolien Bosman serveert haar gasten een kopje koffie. Iedereen kijkt wat onwennig om zich heen opzoek naar een geschikt plekje. Achterin de zaal staan vijf mannen. Indrukwekkende figuren. Statig, luidruchtig, uitbundig en intimiderend. Deze mannen kijken niet onwennig en zij claimen gewoon de beste plek. Ze gaan door het leven als ‘de vijf musketiers.’ Deze gasten doen niet aan koffie en dat lullige stroopwafeltje vinden ze voor mietjes. Bier moet er komen, heel veel bier! 

Ze zien eruit om door een ringetje te halen. Tot in de puntjes verzorgd. De portemonnees leggen ze op tafel, de flappen steken eruit. Een ieder die probeert om grappiger te zijn dan zij, wordt keihard aangepakt. Tegenspraak dulden ze niet en kritiek accepteren ze niet. Het vijftal heeft één missie: de pubquiz winnen. Goedschiks dan wel kwaadschiks.

Een korte introductie van dit roemruchte vijftal is wel op zijn plaats. Vincent Scholten is de domme kracht. Hij is groot en sterk en gaat over lijken, op intellectueel vlak heeft hij weinig in de melk te brokkelen. Jan Rademaker is de stabiele factor. Elitair, vermogend en berekenend. Een sluwe vos die op slinkse wijze alles voor elkaar krijgt. Peter Roedema is de knuffelbeer en de man van het volk. Hij wordt door de musketiers ingezet om het contact met de ‘normale’ mensen niet helemaal te verliezen. Eddy Rensing is een wolf in schaapskleren. Op het eerste gezicht een vrij aardig persoon, maar als je hem een vinger geeft, neemt hij je hele hand. De vijfde en laatste musketier is de steenrijke Gerben Schepers. Een keiharde, en nietsontziende zakenman. Deze meedogenloze klootzak rost alles en iedereen aan de kant die in de weg staat. Deze heren domineren het sportcafé. Als er een bak bier inzit, komen alle karaktereigenschappen tot volle wasdom, dit hebben de andere gasten gemerkt, de arme schaapjes.

Victor Duurland ondervindt de tirannie van dit vijftal aan den lijve. Als Sam ter Haar zich als beunhaas aanbiedt in de veiling, denkt Duurland zijn slag te slaan. Schepers denkt hier anders over. Ieder bod van Duurland wordt met een arrogant handgebaar overruled. De schlemiel heeft geen schijn van kans. Schepers brengt met 150 euro het hoogste bod uit, zzp-ertje Duurland is verslagen. Om het geheel nog wat pijnlijker te maken zegt Schepers, met een genoegzaam lachje: “Hoe wil je het hebben?” Hij tovert zeven briefjes van €50 en drie briefjes van €100 uit zijn achterzak. Duurland verlaat met het lood in de schoenen en met een molensteen om zijn nek het café. “Ik heb die beunhaas helemaal niet nodig, ik wilde dat bosbessenboertje gewoon een loer draaien”, zegt Schepers, terwijl hij zijn maten een boks geeft. “Nog een biertje doen?”

Als de antwoorden van de quiz zijn gecontroleerd, is de jury in blinde paniek. De vijf musketiers zijn negende geworden. Deze uitslag kan gevolgen hebben voor het meubilair en de ledermaten van de jury. De juryvoorzitter: “Weet je wat. We zeggen gewoon dat ze derde zijn geworden, dan houden we de schade hopelijk beperkt.”

Geen opmerkingen: