De wedstrijd die al snel geen
wedstrijd meer was.
In 2021 was ik op vakantie in
Heiligenblut, aan de voet van de hoogste berg van Oostenrijk, de Grossglockner.
Vanaf die Grossglockner loopt de Pasterze gletsjer richting Heiligenblut. Ooit
was dat de langste gletsjer van Oostenrijk maar het grootste gedeelte is
tegenwoordig gesmolten. Ondanks dat is het nog steeds een fenomenale plek en
heb je ter plekke nauwelijks besef van afstanden en groottes.
Wanneer je vanaf het
uitzichtpunt bij de Franz Josefs Höhe naar beneden kijkt, zie je liefelijke
bergstroompjes maar daal je eenmaal af naar beneden (de meeste toeristen wagen
er zich niet meer aan) dan blijken die lieflijke bergstroompjes bulderende berg
stromen door diep uitgesleten canyons te zijn.
Ik heb er een filmpje van gemaakt zodat je bij benadering een indruk
krijgt van de overweldigende berglandschappen.
Enfin, 2021 op vakantie, ik
was net een jaar bezig met hardlopen en was net zover dat ik binnenkort in zou
schrijven voor mijn eerste wedstrijd. De vakantie viel samen met de
Grossglockner Berglauf en op de dag van de start liep het dorpje vol met deelnemers.
De route had ik zelf twee
dagen daarvoor deels gewandeld maar niet tot het einde volbracht. De 12km waren
te ver en we zouden te laat zijn om met de laatste bus terug te kunnen naar het
dorp. Het idee dat je dit stuk zou kunnen hardlopen leek me voor normale mensen
absoluut onmogelijk. De hellingen waren zo steil dat zelfs gewoon naar boven
wandelen zonder regelmatig even uit te puffen voor mij niet mogelijk was. De
benen maar ook het gebrek aan zuurstof was een aanslag op het lichaam. Vanaf
1247 meter boven zeespiegel naar 2370 meter over 13,3km. Ik heb het later even
opgezocht, de zuurstofopname op 2000 m is ongeveer 20% minder dan op zeeniveau.
Naarmate de jaren voorbij
gingen en ik me steeds meer met het hardlopen ging bezighouden, bleef deze
wedstrijd toch in mijn hoofd zitten. Het is een prachtige route met geweldige
uitzichten en ergens besloot ik dat ik hem toch eenmaal in mijn leven wilde
lopen. Dit jaar was het dan zover. Ik schreef me ruim van tevoren in en boekte
een appartement bij Pension Thalbach, ongeveer drie kilometer van de start. Ik
trainde wat extra op hoogtemeters op de vuilnisbelt en op de N70 trail maar
mensen, in Nederland valt dit niet te trainen.
Na de eerste kilometer, die
relatief vlak was, gingen we in 3km 379 meter continu omhoog en dat met de zon
vol op de bakkes. Bij die klim besloot ik al snel dat ik vandaag niet ging
lopen voor een goede positie maar dat ik me zou richten op het genieten van de
route en het heel en veilig uitlopen.
Het had ook niets meer met hardlopen te maken, iedereen wandelde naar boven en
hoe ik mijn best ook deed, de tempo’s van de Oostenrijkers lagen telkens een
klein tikkeltje hoger.
Een nadeel van dat besluit was
dat ik al snel naar achteren zakte in het veld. Later in de wedstrijd op de
stukken waar het relatief vlak was had dat tot gevolg dat ik geen tempo’s kon
lopen. Bergpaden zijn nu eenmaal erg smal en inhalen is maar heel beperkt
mogelijk zeker wanneer je geen grote risico’s wil lopen. Ik had er vrede mee en
besloot de tijd te benutten om foto’s te maken en bij de drankposten rustig te
drinken en even op adem te komen.
Na de eerste vier kilometer
konden we een kleine kilometer vlak lopen maar als snel mochten we in file naar
boven klauteren. Kilometer 6 ging 217 meter omhoog over smalle bergpaden.
Daarna vlakte het allemaal een beetje af en beperkten de stijgingen zich tot
ongeveer 50 meter per kilometer. Maar het venijn zat in de laatste kilometer.
De uitgesleten gletsjerwand op naar de Franz Josefs Höhe. 1500 meter met 281
hoogtemeters. Ondertussen was het weer omgeslagen, stormachtige wind en regen
teisterden de deelnemers. We drukten ons
zoveel mogelijk tegen de bergwand aan en ondanks dat het nog maar een halve
kilometer was begon ik me toch lichtelijk zorgen te maken over de afkoeling. De
laatste 1500 meter nam nog 40 minuten in beslag. Normaal gesproken loop je
bijna 10km in die tijd.
Wanneer je dan eenmaal boven
bent en gelukzalig over de finish mag lopen was de warme deken die je
omgeslagen kreeg een welkome verrassing. Geen grote prestatie wat betreft
klassering, de Oostenrijkers en Italianen zijn van een totaal ander kaliber in
het omhooglopen maar er wel trots op dat ik hem uitgelopen heb en de benen de
1200 meter omhoog aankonden. Na de wedstrijd was er Kaiserschmarrn en een
pendelbus terug naar Heiligenblut. Het was een grandioze ervaring en ik kan
iedereen aanraden hem een keer te lopen.
Hans Monasso
Geen opmerkingen:
Een reactie posten