maandag 16 december 2019

Vier tips om je looptechniek te verbeteren

Er zijn reden genoeg om met trainingen vaker op je looptechniek te letten
Met deze tips voor een goede looptechniek ga je harder lopen én ben je minder blessuregevoelig.

Technisch perfect hardlopen, kilometer na kilometer, is een ware kunst en is maar voor weinig lopers weggelegd. Maar wij als ‘gewone’ lopers kunnen natuurlijk er wel naar streven om binnen onze mogelijkheden zo goed mogelijk technisch te lopen.
Hardlopen is net als je vingerafdruk, uniek. Je kunt veel aan jouw loopstijl bijwerken. Dat is juist zo mooi. Dat verbetert niet alleen je loopefficiëntie, het ziet er ook nog eens mooier uit.

Het interessante van techniek is dat iedere pas telt. Iedere verbetering levert daarom net weer een klein beetje verschil op. En over een 5, 10 of nog meer kilometer, levert dat een aardige winst. Reden genoeg om met trainingen vaker op je looptechniek te letten.

We hebben vier verbetertips voor veel voorkomende techniek fouten.
We bespreken vier veel voorkomende fouten. We beschrijven ze bewust wat overdreven zodat het een duidelijkere schets van de fout is. Daaronder geven we aan wat je kunt doen om het te verbeteren.

1. Teveel achterover leunen
Je loopt met je rug iets teveel naar achter. Daardoor komen je voeten en hakken ver voor je uit op de grond bij de landing. Door deze loophouding moet je ook meer kracht leveren om in de lucht te blijven. Je kan daardoor minder voorwaartse snelheid ontwikkelen. Het lijkt mooi koninklijk rechtop maar je zit jezelf eigenlijk in de weg.

Verbetertip:
Je wilt met name de houding van je rug en hoofd verbeteren. Dat kost moeite omdat je voor je gevoel ver naar voren moet leunen. Dat kan je leren door bijvoorbeeld 100 tot 200 meter tegen een lichte heuvel op te lopen. Tegen de heuvel op gaan de meeste mensen naar voren leunen voor de balans. Door deze loopjes te combineren met 200 meter loopjes op vlak terrein kun je de houding van je rug en hoofd verbeteren. Op het vlakke voel je dat je voor je gevoel iets schuin voorover moet lopen. Meestal is dat het punt dat je goed rechtop loopt.

Ook korte versnellingsloopjes kunnen er voor zorgen dat je van een haklanding overgaat naar een plaatsing onder je nieuw hervonden zwaarste punt van je lichaam.
Probeer ook je pasritme te verhogen . De twee-eenheid rechte rug en nieuwe wat snellere pasritme  moet je leren en kost wel tijd.

2. Plofvoeten
Plofvoeten, zware stappen. Veel gewicht dat op straat klapt in plaats van het doorrollen als een goede hardloper. Al ben je 100 kilo dan nog is het niet nodig om met veel geluid te lopen.

Verbetertip:
Denk zacht. Denk aan fietsen. Als je deze twee combineert dan vangen benen en voeten de landing op, duwen je vooruit en gaan de benen weer terug onder je lichaam. Alsof je vooruit rolt. Dit vraagt om meer veerkracht in je benen  en voeten. Het kost dan ook vele trainingen voordat je het ploffen kunt vervangen voor de soepele tred.

Doe wat extra krachtoefeningen voor de voorvoet. Denk daarbij aan touwtje springen en teendrukken. Als het goed is, hoor je de verbetering. Je stappen maken minder geluid. Spieren hebben veel tijd nodig om zich aan te passen. Je ben niet klaar met een paar weken. Je hebt minimaal 8 weken nodig om de transitie te kunnen maken. Even doorzetten.

3. Te lange pas
Begin je net met hardlopen dan is het heel verleidelijk om naar de ultra lange pas over te schakelen. Je loopt op zich mooi recht maar voor meer snelheid maak je hele lange passen. Ze worden zo lang dat je hielen voor je knie de grond raken. Die grote passen lijken sterk en snel maar het werkt bij iedere pas als een kleine rem. Je voet klapt namelijk op de grond bij  de landing. Die tik zorgt voor een onderbreking in je hardlopen. Je pas is té lang.

Verbetertip:
 Voor veel hardlopers helpt het om korte technische loopoefenreeksen te herhalen. In onze videoserie over looptechniek tref je een aantal video’s aan over tripplings en skippings. Deze oefeningen helpen je goed om een betere looppas te ontwikkelen.
Je kunt een aantal van deze oefeningen combineren met korte voorwaartse versnellingsloopjes over 40 tot 80 meter. Hiermee stimuleer je het leereffect dat je de voet niet voor maar onder je lichaam landt.

4. Schuifelpas
Je trekt de voeten niet op maar je schuifelt snel vooruit. Om discussie te vermijden: ja, daar kun je heel hard mee gaan. En het voelt ook lekker efficiënt. Nadeel is dat je niet het optimale uit je hardlopen haalt. Daarom kun je het schuifelen beter inwisselen voor een mooi afgeronde hardlooppas.

Verbetertip:
Je motoriek bij heupen en knieën moet een stuk beter worden. Je moet overgaan naar een veel grotere bewegingsuitslag van je ledematen. Dat vergt aan de ene kant kracht en aan de andere kant beter bewegen. De manier om dit op te lossen is zo ongeveer alle variaties aan skipping toe te passen. Let letterlijk op de variatie. Probeer gewoon iedere week weer een andere vorm van skipping uit. Omdat je je benen veel hoger moet optillen dan je gewend bent, let op de versterking van de hamstrings. (bron)

Geen opmerkingen: