Erwin Wamelink, de
Reinier Paping van de 21e eeuw
|
Iedereen heeft vast wel eens gehoord van ‘De hel van 63’.
Daarmee bedoel ik niet die bedroevende B-film met Chris Zegers in de hoofdrol,
maar de horror Elfstedentocht van 1963. Een historische editie waar inmiddels
alles over gezegd en geschreven is. Slechts een enkeling haalde in die barre
editie de eindstreep op de Bonkevaart. Reinier Paping ging als winnaar de
boeken in. Vijftig jaar later wordt Paping, overal waar hij komt, nog steeds
als een held onthaald.
Ik wil ook zo’n hel. Mijn hel. ‘De hel van 2014’. De
Montferlandrun van aankomende zondag is de uitgelezen mogelijkheid voor deze
hel. Het kwik verstopt zich de laatste dagen al onder het nulpunt en de
Oostenwind veroorzaakt in zijn eentje een gevoelstemperatuur van Siberische
proporties .Ik droom er al weken van. Als ik mijn oogjes sluit, zie ik het al
helemaal voor me…
In het startvak zie je de Keniaantjes langzaam wit worden
van de vrieskou. Stokstijf schurken de duizenden atleten, gehuld in
zelfgebreide truien en bivakmutsen, tegen elkaar aan, wanhopig zoekend naar een
beetje warmte. Er zijn mannen die een kruik achter hun broek hebben om de
‘kroonjuwelen’ te beschermen. De sneeuw en de mist beperken het gezichtsveld
tot maximaal 3 meter. Ambulances rijden af en aan om onderkoelde atleten, die
nog geen meter hebben gelopen, op te vangen met warmhoudfolie. Zelfs speaker
Bert Pessink, die normaal zijn kaken niet op elkaar kan houden, heeft moeite om
een volzin over zijn bevroren lippen te krijgen. Doormiddel van een slok Berenburg
uit zijn heupflacon, probeert de spreekstalmeester wat warmte in zijn lijf te
krijgen.
Het schattige dweilorkestje dat jaarlijks onderaan de bult
in Stokkum staat, is bedolven onder de sneeuw. Het enige geluid dat zijn nog
produceren is het klapperen van de tanden. Het publiek dat normaal gesproken
rijen dik langs het parcours staat, zit nu met een fleecedeken voor de kachel.
De wind die door ’t Peeske raast, produceert een op applaus lijkend lawaai, dat
de weg gebleven menigte overbodig maakt.
Net als in '63 is er die moorddadige kou. De slachtoffers
vallen met bosjes. Bevroren oogballen, neuzen die spontaan loslaten, grote
tenen die afsterven. Van de 4000 lopers halen slechts 47 lopers de finish. De
overige 3900 atleten dwalen stuurloos en gedesoriënteerd over de Achterhoekse
wegen, te vergeefs zoeken zij naar de finish die ze nooit zullen bereiken. De
broodmagere topatleten zijn in geen velden of wegen te bekken. Vandaag is het
voor diehards, bikkels en echte kerels!
Ik draaf als ‘Remi’ moederziel alleen over de
Montferlandse hoogvlaktes. Het gevecht met de nietsontziende natuur lijk ik te
verliezen, maar ik geef niet op. Twee snotterbellen omhuld met ijs bungelen
onder mijn neusvleugels. Mijn spierwitte bovenbenen staan in schril contrast met
mijn vuurrode knieën. Mijn gevoelloze armen zwaaien langs mijn halfdode
lichaam. Het einde is in zicht. Voor me en achter me is geen andere loper te
bekennen. Ik lijk alleen op de wereld. Na 4 uur en 36 minuten passeer ik de
finish op de Molenstraat in ’s-Heerenberg. Bert Pessink, die zijn heupflacon
inmiddels tot op de laatste druppel heeft leeggedronken, spreekt mij met
dubbele tongval toe. Ik kan mijn vernikkelde oren niet geloven, ik heb
gewonnen! Ik ben de winnaar van de Hel van 2014! Ik, Erwin Wamelink, de Reinier
Paping van de 21e eeuw!
3 opmerkingen:
Man, man, man...... Erwin, wat gun ik jou deze overwinning ! Ik heb na het lezen van deze jongensdroom nog meer zin in de strijd tegen de elementen van de natuur gekregen. Mooi man.... hardlopen onder erbarmelijke omstandigheden 😉
Wordt slecht weer Zondag.
veel succes allemaal, mooi stuk weer
Een reactie posten