Hoe zet je hardlopen in voor het beste breineffect? En hoe benut je je brein voor de beste sportieve prestatie? Vijf wetenschappelijk onderbouwde tips |
Dat hardlopen weldadig werkt, is voor de meeste lopers geen geheim. Euforisch, ontspannen en gefocust voelen ze zich na hun work-out. Uit onderzoek bij zowel muizen als mensen blijkt dan ook dat rennen onder meer het geheugen en reactievermogen stimuleert en de kans op dementie verkleint. Hardlopen zorgt onder meer voor een beter werkgeheugen, verhoogde alertheid en betere planningcapaciteiten. Uit onderzoek bij knaagdieren en mensen blijkt dat het eiwit brain derived neurotrophic factor (BDNF) een belangrijke spil is bij die hersenboost. Het eiwit komt vrij bij inspanning en vergroot de plasticiteit van het brein. BDNF zorgt ervoor dat belangrijke verbindingen tussen hersencellen sterker worden – cruciaal voor leerprocessen – en stimuleert de aanmaak van nieuwe hersencellen.
De oorzaak van de runners
high, het euforische gevoel na fysieke inspanning, staat nog ter discussie.
Wetenschappers vermoeden dat signaalstoffen endorfine en endocannabinoide er
een rol bij spelen. Die komen vrij tijdens het hardlopen en stimuleren de
genots- en beloningscentra in het brein.
Overigens geldt zowel voor de
runners high als voor de cognitieve oppepper dat die weliswaar het makkelijkst
worden waargenomen bij hardlopen – rennend behaal je al snel een relatief hoge
hartslag – maar zeker niet exclusief optreden na rennen. Fietsen, zwemmen en
andere duursporten geven vergelijkbaar effecten.
(1) Belangrijke presentatie of
examen? Sla je rondje ’s ochtends niet over
Het positieve effect van
hardlopen op cognitie komt het beste uit de verf op de dag van de inspanning.
Dat ontdekte de Amerikaanse hoogleraar neurowetenschappen David Bucci, die 54
luie jongvolwassenen optrommelde voor een hardlooponderzoek.
In zijn lab onderwierp hij de
proefpersonen aan een geheugen- en gemoedstest. Vervolgens sloeg de helft van
de groep aan het joggen. Dat deden ze een maand lang, vier keer per week,
minimaal een half uur onder begeleiding van een coach. De andere groep zette
zijn passieve bestaan voort. Na een maand kwamen alle proefpersonen terug naar
het lab voor een nameting. Voorafgaand daaraan ging de helft van beide
onderzoeksgroepen een half uurtje de loopband op.
Alle nieuwe sporters voelden
zich vrolijker na vier weken hardlopen, maar alleen de groep die ook
voorafgaand aan de nameting trainde, scoorde beter op de geheugentest.
Bovendien had die groep een significant lager stressniveau. Die stress was dan
juist weer aanzienlijk toegeslagen bij de passievelingen die zich voor de
nameting bij wijze van uitzondering hadden uitgesloofd.
Het Londense bedrijf HomeRun
speelt slim in op de weldadige werking van de renroutine. Voor werknemers die
hun dosis hersenstimulatie willen inbouwen in hun dagelijkse tocht naar
kantoor, brengen zij – al dan niet op kosten van de baas – de aktetas naar het
werk.
Overigens ontdekte Bucci dat
zijn bevindingen niet voor iedereen gelden. Hij nam de proefpersonen ook bloed
af en bepaalde hun genetische variant voor hersen-Pokon BDNF. De verbeterde
geheugenprestatie was alleen te zien bij proefpersonen die van beide ouders de
meest-voorkomende variant van het BDNF-gen hadden meegekregen. Grofweg dertig
procent van de Europeanen heeft een afwijkende variant van dat gen en blijkt
dus immuun voor de cognitieve voordelen van fysieke inspanning. Ze plukken
overigens nog wel de vruchten van de verhoogde blijheid en het lagere
stressniveau.
(2) Mijd uitlaatgassen
Tijdens fysieke inspanning
zuig je meer lucht je longen in. En daarmee dus ook meer luchtvervuiling als je
in de stad of langs drukke wegen rent. Vlaamse onderzoekers vergeleken
proefpersonen die intensief fietsten langs de ring van Antwerpen met mensen die
eenzelfde inspanning leverden in een luchtgefilterde kamer. Na twintig minuten
maakten de schoneluchtfietsers ruim veertien procent meer groeiserum BDNF aan. Bij
fietsers langs de drukke weg bleef die stijging uit. Hoogleraar menselijke
fysiologie Romain Meeusen concludeert dat luchtvervuiling de positieve
geheugeneffecten van inspanning tenietdoet.
(3) Denk niet te hard na voor
aanvang van een race
Britse wetenschappers
onderwierpen acht proefpersonen anderhalf uur lang aan een geestelijk
inspannende test. De proefpersonen kregen letterreeksen op een scherm te zien.
Kwam daar achtereenvolgens een ‘A’ en een ‘X’ voorbij, dan moesten ze de
rechterknop van een muis indrukken. Bij iedere andere lettercombinatie moesten
ze de linkermuisknop hebben. Een controlegroep van acht keek anderhalf uur lang
naar een documentaire over de oude Oriënt Expres.
Vervolgens kregen alle
proefpersonen de opdracht hard te fietsen, tot ze uitgeput waren. De
docukijkers hielden dat gemiddeld een kleine dertien minuten vol. De puzzelaars
gooiden ruim twee minuten eerder de handdoek in de ring. Een vragenlijst na
afloop toonde dat de puzzelaars mentaal uitgeput waren, terwijl metingen van de
ademhaling en verzuring in de spieren niet verschilden tussen de groepen.
‘Mentale uitputting zorgt ervoor dat mensen hun fysieke vermoeidheid zwaarder
ervaren’, concludeert universitair docent menselijke fysiologie Bart Roelands
aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘Als je het lang wilt volhouden,
bijvoorbeeld op een marathon, probeer dan ook je hersenen voor aanvang te
ontzien.’
(4) Buitengewoon presteren bij
een warme race? Slik een antirooktablet
Vermoeidheid komt in twee varianten. Lokale
verzuring in de spieren en een algemeen gevoel van uitputting, geïnitieerd in
het brein. Die algehele uitputting slaat sneller toe in een warme omgeving en
zorgt ervoor dat renners hun snelheid daar eerder temperen. Maar niet als ze de
antirookpil bupropion innemen, zo blijkt uit onderzoek van de Britse
sportfysioloog Philip Watson.
In Watsons onderzoek
doorliepen negen getrainde mannen ieder vier fietsexperimenten. Bij achttien en
bij dertig graden, met en zonder antirookpil. Bij iedere test fietsten de
mannen eerst zestig minuten op gemiddeld vermogen om vervolgens een afstand zo
snel mogelijk te rijden. Bij dertig graden kostte dat de mannen gemiddeld bijna
veertig minuten, tegenover ruim dertig minuten bij achttien graden. Met het
slikken van de antirooktablet, haalden ze het bij dertig graden in ruim
zesendertig minuten. Daarbij liep hun lichaamstemperatuur echter wel op tot
ongeveer veertig graden, zonder dat de proefpersonen dat zelf in de gaten
hadden.
De antirooktablet verhoogt
onder meer de beschikbaarheid van dopamine in het brein, net als bijvoorbeeld
het methylfenidaat Ritalin. Maar in tegenstelling tot Ritalin staat bupropion
niet op de dopinglijst. Toch waarschuwt fysioloog Roelands tegen het middel bij
sporten in de warmte. ‘Het lichaam gaat niet voor niets over op een lager tempo
bij hoge temperaturen. Door het dopaminerge beloningssysteem te beïnvloeden, ga
je voorbij aan ingebouwde veiligheidsmechanismes en vergroot het risico op
oververhitting.’
(5) Geblesseerd? Gebruik je
inbeeldingsvermogen
Dat je tijdens een blessure
meer kunt doen dan alleen geduld opbrengen, ontdekte de Amerikaanse hoogleraar
neurofysiologie Brian Clarke van Ohio University vorig jaar. Bij 29
ongeblesseerde proefpersonen legde hij de pols lam met een nauwsluitend gips.
De helft van de groep kreeg de opdracht zich vijf dagen per week, eenenvijftig
keer per dag in te beelden dat ze tegen een hendel duwden en de spieren onder
het gips aanspanden. Zonder dat daadwerkelijk te doen.
Na vier weken maten de
onderzoekers minder spierkracht in de pols bij alle gipsdragers ten opzichte
van een controlegroep zonder gips. De groep die geen visualisatieoefeningen had
gedaan had slechts 55 procent spierkracht over. Bij de groep die spierspanning
had ingebeeld, was de resterende spierkracht nog 76 procent. Bewijs dat
krachtverlies bij een blessure niet alleen wordt veroorzaakt in de spieren en
pezen, maar ook in het centraal zenuwstelsel, concludeert Clarke. Zet bij een
blessure dus uw verbeeldingskracht in voor sneller herstel. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten