Interval kan een zware training zijn, waarbij je behoorlijk diep moet gaan |
Wat is een intervaltraining?
Een intervaltraining is een
training die, zoals het woord al voorspelt, bestaat uit intervallen. De
intervallen worden in verschillende tempo’s gedaan. Je wisselt dus tijdens een
intervaltraining van een rustig tempo naar een snel tempo en weer terug. Hoe rustig
en hoe snel je dan loopt kan verschillend zijn. Dit hangt deels af van de
afstand van je interval. Je kunt namelijk kiezen voor lange intervallen of
juist kortere. Als je korter loopt, kun je logischerwijs je tempo ook hoger
leggen.
Wat is het nut van een
intervaltraining?
Een intervaltraining is een
hele belangrijke training indien je jouw conditie wilt verbeteren of sneller
wilt worden. Je daagt het lichaam uit om aan te passen en sterker te worden.
Het uithoudingsvermogen wordt vergroot.
Tijdens de intervallen wordt
de snelheid hoger en moet het lichaam harder werken. Vervolgens krijgt het rust
om te herstellen voor een volgend interval. Hierdoor moet het lichaam snel
schakelen. Tevens wordt er in een nieuw interval gezorgd voor een prikkel om opnieuw
aan te zetten, ondanks dat je wellicht nog vermoeid bent van de vorige serie.
Dit zorgt er uiteindelijk voor dat de conditie verbetert.
Hoe ziet een intervaltraining
eruit?
Voor een intervaltraining is
het altijd belangrijk om goed om te warmen en na afloop een cooling-down te
doen. Doordat de training uit (pittige) versnellingen bestaat, is het van
belang dat het lichaam hier echt klaar voor is. Blessures liggen anders op de
loer! Ook is het verstandig om na de intervaltraining een rustdag of rustige
hersteltraining te plannen.
Je kunt intervaltrainingen op
heel veel verschillende manieren uitvoeren. Dat is ook meteen het leuke
hieraan. Je raakt eigenlijk nooit verveeld, want je kunt eindeloos variëren.
Hoeveel herhalingen je van de intervallen doet, kan dus verschillen. Het is
echter wel belangrijk dat je alle herhalingen in dezelfde snelheid kunt
uitvoeren. Dit betekent dat je niet na de eerste al kapot bent. Zorg ervoor dat
je ze allemaal even hard kunt lopen.
Bij een intervaltraining kun
je rekenen in tijd of juist in afstand. Het is maar net waar de voorkeur naar
uit gaat. Zo kun je kiezen van intervallen van 200 meter, 400 meter, 600 meter,
800 meter of 1000 meter. Natuurlijk kun je ook rekenen in tijd: 1 minuut, 2
minuten, 3 minuten en ga zo maar door. Naast korte intervallen kan er ook
gekozen worden voor lange tempoblokken van een paar kilometer of bijvoorbeeld
15 minuten of langer.
Tot slot is het belangrijk te
vermelden dat je moet proberen om in de rust, tussen de versnellingen, te blijven
joggen en niet te gaan wandelen. Wanneer je doorgaat met rustig hardlopen,
vergroot je uiteindelijk het effect van de training en daarmee jouw
uithoudingsvermogen. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten