Moet je nu wel of niet stretchen voor een training of een wedstrijd? En wat voor invloed heeft het dan op je prestatie? |
In onderzoek werd het
stretchen van de afgelopen 25 jaar nauwkeurig bekeken. Er werd vooral gekeken
naar het effect van stretchen op spierpijn. Twaalf studies waren van voldoende
kwaliteit om meegenomen te worden in de eindconclusie. Wel waren de meeste
studies van kleine omvang en van korte duur. Volgens de auteurs kwam elk van deze
studies tot dezelfde conclusie: Stretchen geeft geen significante verbetering
van spierpijn in de dagen volgend op inspanning. Het verschil tussen stretchen
en niet-stretchen was slechts 0.5 op een schaal van 100. Klinisch niet
significant. Hetzelfde onderzoek liet zien dat stretchende sporters niet minder
blessures krijgen dan sporters die nooit stretchen. De studies lieten wel een
grote variatie zien aan de duur van het stretchen (40 tot 90s) en de betrokken
spiergroepen. Ook werd er in sommige studies statisch en in andere dynamisch
gerekt.
Statisch rekken
Statisch rekken is het
vasthouden van een rekpositie (zoals het aanraken van je tenen) gedurende een
langere periode tot de rek oncomfortabel begint te worden. Meestal houd je deze
positie zo’n 15 tot 45 seconden vast. Ongeveer 55% van de actieve volwassenen
rekt regelmatig statisch. Het overgrote deel noemt als belangrijkste reden het
voorkomen van spierpijn.
Dynamisch rekken
Bij dynamisch rekken beweeg je
tijdens het op lengte brengen van de spieren en de verbindende pezen en
gewrichtsbanden. Jumping jacks (het afwisselend zijwaarts uiteen en bij elkaar
brengen van de voeten en gelijktijdig zwaaien van de armen) zijn een goed
voorbeeld van een dynamische rekoefening. Deze manier van rekken zorgt niet
alleen voor het op lengte brengen van de spier, maar ook meteen voor een betere
doorbloeding van de betrokken spieren. Dynamisch of statisch rekken voor een
wedstrijd? Het zou wel eens het verschil kunnen maken tussen een goed en een
slecht resultaat. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten