Henk Borgmeijer heeft naar eigen zeggen op meer dan honderd plekken in Nederland met de microfoon gestaan. ,,Ik heb nooit mijzelf aangeboden, ben altijd gevraagd.” © Alex Mulder |
‘Ik was vroeger voetballer bij VV Hattem, maar na een knieblessure en gescheurde enkelbanden heb ik na mijn 17de niet meer gevoetbald. Daarvoor kwamen andere sporten in de plaats. Ik kwam bij de atletiek terecht, omdat mijn oudste zoon Rutger dat ging doen. Hij ging naar De Gemzen in Heerde. Zo is het begonnen. Mijn eerste taak bij De Gemzen was het aanharken van de zandbak. Zelf begon ik ondertussen steeds serieuzer met lopen onder Lambert Dijkslag, die in 2018 is overleden. Ook werd ik jeugdtrainer en bestuurslid. Ik heb alles wel zo’n beetje gedaan.”
,,In het voorjaar van 1980 kwam een aantal lopers terug van wedstrijden elders in het land waar een speaker was. Dat kenden we hier helemaal niet. We hebben toen rondgekeken om iemand in te huren, maar dat was erg duur. Toen zei ik voor de grap: ‘dat kan ik ook wel doen’. Ik kende immers de meeste lopers al. Een paar maanden gingen voorbij, toen het bijna september was. ‘Jij gaat toch speakeren?’ Toen kon ik er niet meer onderuit. Ik begon als speaker met de twintig van Veessen.”
‘Ik houd van praten’
,,Nadat ik de eerste periode allerlei wedstrijden van De Gemzen deed, zoals de clubkampioenschappen, werd ik steeds vaker gevraagd door andere verenigingen: Isala in Kampen, PEC in Zwolle of AV’34 uit Apeldoorn. Dat is in de jaren daarna verdergegaan. Ik heb nooit mijzelf aangeboden, ben altijd gevraagd. Ik heb, denk ik, op meer dan honderd plekken in Nederland met de microfoon gestaan. Ook veel Nederlandse kampioenschappen door de jaren heen. Op de baan, cross, voor militairen of voor ambtenaren. Ik houd van praten, als microfonist draag je mede het evenement.”
,,Een mooi moment was dat Fanny Blankers-Koen op 4 augustus 1993 het startschot gaf voor de halve marathon van Dalfsen. Dat was precies 45 jaar na haar laatste gouden medaille op de Spelen in Londen in 1948. Ik had haar gebeld en ze kwam. Heel bijzonder.”
,,Ik bereid mij altijd goed voor door de resultaten van de afgelopen jaren erbij te pakken. Vroeger deed ik dat door veel te bellen. De helft van mijn salaris ging op aan telefoonkosten. Geintje natuurlijk, maar ik belde met gemak twintig uur per week met atleten. Nu hoeft dat niet meer, vrijwel alles is te vinden op internet. Ik probeer altijd wat informatie over het dorp te vinden, over de topscorer van de plaatselijke voetbalclub. Ik ben in dienst van de organisatie, maar maak er wel mijn eigen verhaal van. Het maakt mij niet uit wie er wint. Ook bij de nummer laatst probeer ik nog enthousiast te zijn.”
In de fout
,,Weet je dat ik een keer de
fout in ben gegaan bij de Salverda Berkumloop, die ik al vanaf het begin doe?
Dat is een chaotische loop voor mij, omdat de mensen van de vijf kilometer
finishen, terwijl de tien kilometer nog een rondje moeten lopen. Ik maakte
Gerard Kappert uit Liederholthuis de winnaar van de tien in een tijd van 29
minuten nog wat. Dat was een gouden tijd, waarin hij vaak streed tegen Marti
ten Kate. Die liep mij later voorbij en zei: ‘Ik weet niet waar je was, maar ik
was drie seconden eerder’. Had ik hem compleet gemist. Ik schaamde mij kapot.
Gelukkig stond het een dag later niet in de krant, haha.”
,,Op het hoogtepunt deed ik
zo’n tachtig wedstrijden per jaar. Nu ben ik aan het afbouwen, vorig jaar waren
het er zo’n vijftig. Zondag is het dus veertig jaar geleden, maar eigenlijk ben
ik nog maar 39,5 jaar actief. Het afgelopen half jaar heb ik natuurlijk geen
wedstrijden meer kunnen doen omdat alles wegviel door corona. De laatste was de
Run-Bike-Run in Wierden op 8 maart. Het sloeg een gat in mijn week, maar het
gaf mij wel de tijd om de tenorsaxofoon erbij te pakken. Daarvoor heb ik jaren
geleden muziekles gehad. De docent destijds zei dat ik beter kon stoppen, maar
ik heb het nu weer opgepakt. Hopelijk kunnen we snel weer genieten van de
sport.” (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten