Meer zout is niet altijd ongezond |
Natrium en kaliumbalans
Zout bestaat voor ongeveer 40%
uit natrium en 60% uit chloride. Normaalgesproken heb je ongeveer 135-145 mEq
natrium en 3.5-5 mEq kalium in je bloed (mEq is een maat voor zeer kleine
hoeveelheden stoffen).
Per dag krijgen we ongeveer
5-8 gram natrium binnen uit brood, keukenzout, melk en vleeswaren. Het meeste
raken we weer kwijt via urine en in mindere mate via zweet. Kalium verliezen we
ook vooral via de urine en zweet maar ook bij vaak braken en langdurige
diarree. De hoeveelheid natrium en kalium moeten in balans zijn.
De nieren hebben kalium nodig
om natrium via de urine uit te scheiden. Als er teveel natrium in het bloed
aanwezig is kan dit zorgen voor ophoping van vocht, natrium houdt immers vocht
vast.
Oorzaak van hoge bloeddruk
Het vocht in het lichaam
bevindt zich voor tweederde in de cellen en voor eenderde buiten de cellen. De
concentratie natrium in het vocht is buiten de cellen hoger dan in de cellen.
Aangezien natrium vocht aantrekt wordt er bij een te hoge natrium concentratie
meer vocht de cellen ingetrokken. Dit betekent dat de cellen (en bloedvaten)
een groter volume vocht moeten verwerken, met als gevolg een hoge bloeddruk.
Meer zout niet altijd ongezond
Het merendeel van de mensen krijgt
meer dan genoeg zout (en dus natrium) binnen via de voeding. Voor sporters ligt
dit wellicht anders. Met name wanneer er veel en vaak wordt gezweet kan
aanvulling van natrium nodig zijn. Normaalgesproken zou aanvulling van 2 gram
natrium per dag (dus ongeveer 6 gram zout) voldoende zijn om het natriumgehalte
op peil te houden. Met de huidige gemiddelde consumptie van 6-8 gram natrium
per dag heb je als atleet in principe een natriumoverschot van 4-6 gram. Maar
niet voor iedereen is dit voldoende.
Vocht aanvullen met natrium
Wanneer je veel vocht verliest
is het belangrijk dit snel na (of zelfs tijdens) inspanning aan te vullen. Om
ervoor te zorgen dat je lichaam dit vocht ook daadwerkelijk opneemt is het
belangrijk ook de hoeveelheid verloren natrium weer aan te vullen. Wordt er
alleen water, zonder natrium, aangevuld dan stijgt de urineproductie en gaat
een deel van het vocht weer verloren. Een indirect effect is dat een kleine
hoeveelheid natrium in het vocht dorst opwekt en er zo voor zorgt dat je meer
vocht aanvult. Wordt er teveel water gedronken zonder natrium dan kan er
hypoatremie optreden. Dit wil zeggen dat de concentratie natrium in het lichaam
te laag is met mogelijk ernstige gevolgen.
Veel zweten
Hoeveel je zweet en hoeveel
elektrolyten (natrium, kalium, calcium, fosfaat) je daarbij verliest, is
afhankelijk van een aantal factoren. De intensiteit en duur van inspanning, je
kleding, de temperatuur maar ook je getraindheid zijn medebepalend. Zo laat
onderzoek zien dat de hoeveelheid zweet per uur die verloren gaat kan variëren
van 0,5 tot 4 liter en dat de hoeveelheid natrium in dit zweet ergens tussen de
1 en 4.7 gram ligt. In een extreme situatie kan een atleet die 2 uur per dag
sport, 3 liter per uur zweet met een natriumconcentratie van 4 gram per liter,
in totaal 24 gram natrium nodig hebben. En dus ongeveer 6 gram zout. Verlies je
daarnaast in twee uur maar 3 liter en is je natriumconcentratie maar 1 gram per
liter dan gaat het om slechts 3 gram natrium en 7.5 gram zout.
Sporters zweten anders
Als je regelmatig sport is de
kans groot dat je meer zweet dan iemand die ongetraind is. Ook bevat je zweet
waarschijnlijk minder natrium. Maar niet elke soort sport zorgt voor deze
aanpassing. Belangrijk is dat het zweetmechanisme grotendeels verantwoordelijk
is voor de afkoeling van het lichaam. Zwemmers, waarbij niet zweten maar de
stroming van het water zorgt voor afkoeling, zweten ongeveer net zoveel als
ongetrainden. In vergelijking: tijdens 30 minuten fietsen verliezen zwemmers
gemiddeld 0.9 liter per vocht uur, ongetrainden 0.6 liter en hardlopers 1.5
liter. De concentratie natrium in het zweet voor deze groepen is
respectievelijk 65.4, 67.3 en 45.2 mmol/liter. Ook de concentratie calcium het
zweet verschilt behoorlijk. Is deze bij zwemmers en ongetrainden 61.2 en 58.3
mmol/liter. Bij hardlopers gaat het om slechts 38.9 mmol/liter. Opvallend is
dat de concentratie kalium in het zweet vrijwel gelijk is: 3.7, 4.4 en 3.8
mmol/liter. Aangezien hardlopers veel meer zweten en hun natriumconcentratie lager
is dan bij zwemmers is het totale natriumverlies tussen beide groepen ongeveer
gelijk.
Tien dagen trainen in de
hitte; lagere concentratie maar meer zweet?
Na tien dagen trainen in de
hitte kunnen er grote veranderingen optreden. Vaak is er sprake van een afname
in hartslag (bij dezelfde inspanning) en een afname in kern- en
rectaattemperatuur. Tegelijkertijd stijgt de hoeveelheid verloren vocht met
15-25% en daalt de concentratie natrium in dat vocht. Wordt er door een persoon
meer gezweet dan neemt echter ook de concentratie natrium in dat zweet toe. Dit
heeft er mee te maken dat natrium, tijdens zijn weg naar buiten met het zweet,
deels weer kan worden opgenomen door het lichaam. Hoe meer er gezweet wordt,
hoe sneller de passage door het lichaam en hoe minder natrium kan worden
opgenomen. Trainen in de hitte zorgt er voor dat er meer natrium tijdens de
uitweg naar buiten kan worden heropgenomen.
Hoeveel zout heb ik nodig?
Om te bepalen hoeveel zout je
exact in moet nemen zou je een uitgebreide analyse moeten ondergaan. Hierbij
wordt er gekeken naar hoeveel je zweet, de concentratie natrium in het zweet,
je vochtbalans voor- en na inspanning en hoeveel natrium en vocht je dagelijks
inneemt. Een behoorlijk uitvoerig en omslachtig onderzoek.
Eenvoudiger is om de formule
van Dimeff en Gimre toe te passen. Hierbij hoef je enkel te meten hoeveel vocht
je verliest tijdens inspanning (door je voor en na de inspanning, ervan
uitgaande dat je geen vocht hebt ingenomen). Verlies je meer dan 2.3 kilo dan
moet je voor elke kilo 2.9 gram zout (1.16 gram natrium) innemen bovenop je
normale zoutinname.
Je gebruikt dus de volgende
formule (2.9 x (vochtverlies in kg-2.3)).
Natrium in sportdrank
Veel sportdranken bevatten een
bepaalde hoeveelheid natrium. Meestal tussen de 0.03 en 0.06 gram per 100 ml.
Je kunt ook je eigen sportdrank maken door aan elke liter 2.6 mg (of een halve
theelepel) zout toe te voegen. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten