woensdag 19 september 2018

Hoe overwin je de Man met de Hamer?

Hoe overwin je de Man met de Hamer?
In de Engelse literatuur hebben ze het over ‘The Wall’ maar wij kennen het fenomeen beter als ‘De Man met de Hamer’. Op zich maakt het niet zoveel uit. Of je met je gezicht vol tegen een muur knalt of een dreun op je hoofd krijgt, het effect is hetzelfde: enkele (kilo)meters voor de finish lijk je als een pudding in elkaar te zakken. Je benen worden zwaar, de fut is eruit en je tempo daalt zo erg dat je 100 % zeker bent dat er iets mis is met je sporthorloge. Het enige wat stijgt is je ademhalingsfrequentie en je hartslag. Maar gelukkig kan je met de juiste inzichten deze mentale en fysieke crash vermijden.

1. Start niet te snel
We weten dat je in een toptempo kan starten, we weten zelfs dat het goed voelt en dat je nergens last van hebt… en toch… De krachten die je bespaart door in het begin wat langzamer te gaan, zijn aan het einde van de wedstrijd beschikbaar. Vergelijk het met een ijsblokje in je favoriete gin-tonic (we blijven graag in zomerse sferen). Als je je glas in de blakende zon zet, zal er na een tijdje niets meer overschieten en duurt het behoorlijk lang om een nieuw ijsblokje te maken (gesteld dat je geen voorraad in de diepvries hebt zitten). In die tussentijd verandert je frisse aperitief in een lauw-warme cocktail met verlepte limoenschijfjes. Zet je daarentegen je glas in de schaduw, zal het ijs de juiste hoeveelheid koelte afgeven en blijft er op het einde misschien nog zelfs een stukje over om zachtjes in je mond te laten smelten.

2. Las pauzes in
Er staat in geen enkel reglement geschreven dat je je run in steeds hetzelfde tempo moet lopen. Vaak denken hardlopers dat ze een goede prestatie behaald hebben als zowel hun hartslag- als snelheidsgrafiek een flat line vormen. Dat is echt geen must. Er zijn zelfs marathonlopers die tot 13 minuten winst boekten door over te schakelen van een continue snelheid naar een afwisseling met snelle en tragere stukken. Belangrijk hierbij is natuurlijk dat je dit in je training inbouwt. Stapsgewijs je aantal versnellingen verhogen en de duur verlengen, zorgt ervoor dat je langer vlot kan rennen. Op die manier leer je je lichaam daarenboven omgaan met de opeenhoping van afvalstoffen.

Jeff Galloway, een ervaren langeafstandsloper en trainer, behaalde zelf de beste resultaten voor de marathon met een maximum van 14 x 1,5 km aan versnellingen. Voor de halve marathon adviseert hij 14 x 800 meter. Dit zijn cijfers voor de piek van je trainingscyclus, zorg dus in de aanloop voor een gestadige opbouw.

3. Negatieve split
Een pacer volgen kan voor heel wat runners de manier zijn om zichzelf te beschermen tegen domme beslissingen, die ze later moeten bekopen. Langs de andere kant halen veel lopers hun beste chrono door de negatieve-splitstrategie. Langzaam starten en dit tempo gedurende de eerste helft van je wedstrijd volhouden en dan vanaf het tweede deel de snelheid opdrijven, zorgt bij velen niet alleen voor een stijlvolle finishfoto maar effectief een beter resultaat. Dus misschien eens starten bij een tragere ballon of vlag (of eender welk object die gangmaker rond zijn lijf gebonden heeft) en daarna proberen de volgende pacers in te halen. Wie weet waar je eindigt!

In ieder geval is het dus mogelijk om die gevreesde muur of man met de hamer te omzeilen. Slim en doordacht trainen blijft de beste tactiek want enkel op die manier kan je je uithoudingsvermogen verbeteren en je spieren leren omgaan met een hogere belasting zodat ze je fluitend over de eindmeet duwen. (bron)

Geen opmerkingen: