Carl Lewis |
De atletiekbaan op Papendal is vernieuwd. De klus kostte achthonderd duizend
euro (en daar is mijn honorarium voor deze column nog niet eens bij
inbegrepen). Het is weer een supercoole baan. Blauw, wat vloekt met de
tradities van een echte baan, want die is rood, of in ieder geval een kleur die
daar op lijkt. Van oorsprong is de baan gemaakt van sintels, en die kunnen
alle kleuren hebben. Hoe verder je naar het Oosten gaat, Europees gezien, des
te donkerder het rood kleurt. Sommige banen in Rusland hadden vroeger de kleur
van het antraciet dat mijn ouders stookten in de kachel. Mijn eerste baan die
ik ooit tegenkwam, ergens in de tachtiger jaren was er zo één. Een verslofte,
of beter gezegd verstofte baan van grove sintels, ergens ver weg in Frankrijk.
Ik voel nog m’n kuiten hoe zwaar dat liep. Toen ik serieus ging trainen, bij
een echte hardloopvereniging, liepen we op een groene grasbaan. Achter de GSGD
in Doetinchem. De markering van de baan was een uitgegraven sleuf. Kon je het
tempo van de groep niet bijhouden, maar wilde je in de training toch winnen,
dan stak je gewoon even de bocht af. Even later kreeg ook AV Argo een
tartanbaan in kleurig rood!
Maar goed, terug naar
Papendal, naar de coole blauwe baan en naar de Papendal Games, waar ik ooit zou
schitteren. Waar ik de grootste frustratie van mijn hardloopleven van mij
kon afschudden. Namelijk mijn persoonlijk record op de 5000 meter, van 20:01,
ooit gelopen in Duitsland, uit de boeken zou lopen. In het voorprogramma
van de Papendal Games zou namelijk een wedstrijd worden gehouden voor
recreanten. Ik had ingeschreven en was keurig op tijd om mij rustig voor te
bereiden en in te lopen en helemaal op tijd om te horen dat juist de wedstrijd
voor recreanten niet doorging vanwege de hitte.
Dan maar na het hoofdprogramma. De ontmoeting met een legendarische atleet: Carl Lewis. Jawel, Carl Lewis. Als er geen doping bestond was hij in mijn ogen de allergrootste atleet van de afgelopen eeuw. Maar goed, dat slikte ik op dat moment nog. Hij kwam naar Papendal voor een demonstratiewedstrijd over zijn favoriete afstand, 100 meter. Dat was dringen langs de baan om deze grote kampioen te mogen zien, en vooral te mogen zien rennen. Ik had bedacht bij de start te gaan staan. Als dan het startschot klonk, kon ik m in ieder geval nog rustig zien vertrekken. Op topsnelheid flitst zo iemand met 40 per uur voorbij; dan zie je weinig. De plek was goed gekozen, maar de rest van het verhaal klopte niet. Op het moment dat het startschot nog nadenderde in mijn oren en ik nog eens goed keek naar de startstreep waar even te voren Carl Lewis nog stond, was nu een lege plek. Carl was al bijna bij de finish. En ik stop hier!
Henk Bruggeman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten