Uplandsteig met een oranje tintje |
Op Koningsdag is er van alles
te doen: spelletjes, muziek, rondjes
rennen in het centrum van Aalten en vooral bier drinken. De volgende dag
helemaal brak wakker worden en je afvragen of je het niet beter wat rustiger
aan had moeten doen. Maar je kunt het natuurlijk ook helemaal anders aanpakken:
met je loopmaatje een tripje maken naar Willingen in het Duitse Sauerland en
daar een mooie wandelroute lopen. Henrie had tijdens een eerdere vakantie de
Uplandsteig ontdekt, een driedaagse wandelroute van zo’n 65 km. Een mooie
uitdaging om dat in één dag te doen, op een Koningsdag bijvoorbeeld. Zo gezegd, zo gedaan. Op
woensdagavond vertrokken we met de camper, aangezien we liefst om een uur of
zeven de volgende dag wilden starten. Dan waren we ’s avonds ook nog een beetje
op tijd weer thuis. Tot onze verbazing werd tijdens de laatste kilometers het
steeds witter, tot op de plek van bestemming alles bedekt was met een laagje
sneeuw. Op de campingplaats waren slechts een stuk of drie campers te bekennen
en niemand bij de ontvangst. We zetten de camper op een vrije plek en gingen op
zoek naar een café om nog even wat koolhydraten te scoren. Na een lekkere
Kaisersmarn en een paar biertjes zetten we de wekker en doken we de slaapzak
in.
De volgende ochtend 7:15 stonden
we naast de camper in ons loopkloffie en konden we op zoek naar het begin van
de route. Deze was duidelijk aangegeven met stickers met een witte U op een
zwarte achtergrond en waren met Duitse Gründlichkeit geplaatst. Mijn Garmin GPS
handheld had ik dan ook maar zelden nodig. Het was gewoon pijltje volgen tot je
eind van de dag weer bij het begin was. Het was fris, net onder het vriespunt,
maar de zon scheen en het onverwachte winterlandschap was fantastisch. Al snel bleken de heuvels best
hoog en de hellingen lang en vaak net te steil om hard te lopen. De afdalingen
daarentegen waren vaak ook lekker lang en nodigden uit om je lekker naar
beneden te laten rollen. Maar heel stiekem werden de bovenbenen daardoor op den
duur behoorlijk gesloopt. Om het af te
wisselen zaten er ook regelmatig hele steile klimmen in, waar je jezelf met de
handen op de bovenbenen en weg naar boven moest banen. Doordat het inmiddels
behoorlijk dooide werd het ook al snel redelijk modderig, maar de zon scheen en
maakte dat het lopen ontzettend lekker. Na een kilometer of 20 kwamen
we in een dorpje. Daar hadden we gepland om een broodje te scoren bij een
bakker of een Kaffee und Kuchen in een café. Helaas bleken beide reeds jaren
gesloten, het dorpje was redelijk aan het uitsterven. We moesten op onze eigen
voorraden teren tot we wel egens iets vonden. Maar water zou geen probleem
zijn, aangezien er overal stroompjes smeltwater van de rotsen stroomden.
Na een kilometer of 30 waren
we er wel achter dat het nog een hele klus zou worden om de hele ronde vrolijk
uit te hobbelen. De bovenbenen begonnen al wat strammer te worden en dat was
eigenlijk wat vroeg. Zeker als je nagaat dat we nog niet eens halverwege waren.
De sfeer was echter nog prima en we genoten volop. Het landschap varieerde van
bossen en boerenland tot hoogveen. Daar viel genoeg inspiratie uit te halen.
Rustig aan verder, gewoon op karakter verder waar de benen niet willen. De
lange klimmen hiken in een vlot tempo en de afdalingen proberen zo soepel
mogelijk beneden te komen en zo weinig mogelijk energie te verspillen. We werden mentaal gered door
een berghut op ongeveer 45 km. Daar konden we even bij de kachel lekker
bijkomen met een cola en een grote bak goulash-soep. De voorraad in de rugzak
weer bijgevuld, nieuwe batterijen in de GPS en daar gingen we weer. Maar
helemaal vanzelf ging dat nu ook weer niet. Henrie had last van het eten en kon
echt niet lekker meer hardlopen. Maar heel erg was dat niet, we gingen gewoon
in een rustiger tempo door. Na de goulash weer er uit gekiept te hebben ging
het weer beter en ging het tempo weer
iets omhoog. Inmiddels konden we ok al aftellen naar de finish. Het ging nog
wel een uur of wat duren, maar we gingen er wel komen.
De route had op het laatst nog
een flinke berg waar we overheen moesten en waarvan het pad ook behoorlijk
slecht was. Modder, rotsen, wortels, alles probeerde onze voortgang te
vertragen, maar we gingen stug door. Met wat grappen en grollen onderweg hielden
we de moed er in. Het duurde nogal voor we bovenaan waren, maar vandaar af was
het voornamelijk nog een lange afdaling. Niet dat ik daar nu heel vrolijk van
werd. Helemaal stuk zat ik. Met pap in de bovenbenen kilometers afdalen over
een pad met allerlei stenen waar je over kunt struikelen tot je denkt dat je
benen uit elkaar spatten. Dat was niet fijn. Maar het was wel goed voor het
wegtikken van de kilometers. En eindelijk zagen we
Willingen weer in beeld komen. De skiliften, de zomderrodelbaan en jawel… daar
was het hotel waar de camper achter geparkeerd stond. We hadden het gered. Zo’n
67 km en een bak hoogtemeters weggetikt. Wat een zware route. Een goed bestede dag in de buitenlucht. Een
perfecte training voor de Game of Stones in juni en eigenlijk een hele mooie
dag waar we gewoon enorm van hebben genoten. En die spierpijn? Die gaat weer
over om nog sterker te worden.
Andre Bleumink |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten