Wil jij ook wel eens een
marathon lopen, maar weet je nog niet precies hoe je dat aan moet pakken? Wij
hebben tien tips waar je zeker je voordeel mee kunt doen!De voorbereiding voor de marathon vraagt toewijding
1. Kijk kritisch naar je
gestelde doel.
Heb je voldoende tijd om te
trainen? De voorbereiding voor de marathon vraagt toewijding. Er is de fysieke
uitdaging van de omvangrijke trainingen maar ook de mentale uitdaging om die
trainingen te combineren met je werk, gezin en sociale leven. Ga uit van
minstens 4 a 5 trainingen per week met duurlopen tot wel 3 uur.
2. Laat je adviseren over een
geschikt trainingsschema.
Op internet zijn legio
schema’s te vinden maar die gaan uit van een gemiddelde loopster. Kijk ook naar
andere trainingsvormen die je wellicht nodig hebt; de een heeft meer behoefte
aan extra fiets-, zwem- of krachttrainingen dan de ander.
3. Selecteer een marathon die
bij je past.
Loop je graag in de natuur met
zachte achtergrond of wordt je het liefst aangemoedigd door zoveel mogelijk
mensen. Ben je van je eigen trainingsrondje gewend aan een glooiend parkoers en
bereid wat heuveltraining in je programma op te nemen? Of liever zo snel en
vlak mogelijk? Houd je van zware omstandigheden Of vind je het belangrijk dat
de marathon in je eigen omgeving is? Maak een lijstje van je prioriteiten en
kies aan de hand daarvan jouw eerste marathon.
4. Vertel mensen om je heen
over je goede voornemen om de marathon te lopen.
Niet alleen kun je rekenen op
heroïsche verhalen van andere marathonlopers, het respect dat je ten deel zal
vallen kan je motiveren om vol te houden. Mocht je, om wat voor reden dan ook,
toch niet van start kunnen gaan dan begrijpen deze mensen je teleurstelling
wellicht ook beter; ze weten immers dat je het doel had gesteld.
5. Waarschijnlijk krijg je
100-en-1 tips van oud-marathonlopers.
Hoor alles rustig aan en
besluit zelf wat je waardevolle informatie vind of niet. Geen marathon én geen
mens is hetzelfde dus je zult zelf moeten (en mogen) ervaren wat voor jou het
beste werkt; qua training, qua voeding en alle randzaken die daarbij komen
kijken.
6. Kijk kritisch naar je
voeding en vocht en laat je desnoods adviseren door een voedingsdeskundige.
Een marathontraining betekent
in veel gevallen een toename van het aantal trainingsuren. Zelfs als je ook wat
kilo’s af wilt vallen is het belangrijk dat je voldoende energie (en in de
juiste vorm) binnenkrijgt om de trainingen goed te kunnen volbrengen en nog
belangrijker, goed te herstellen en gezond te blijven.
7. Begin nu al met oefenen om
te drinken (en eventueel te eten) tijdens de marathon.
Hoeveel je verliest aan vocht
kun je bepalen door je een aantal keer voor en een training te wegen. Het
verschil na een uur trainen kan 200 ml, maar ook 1500ml zijn. Al drinkend lopen
is niet gemakkelijk als je dit niet gewend bent maar is zeker te trainen. Kies
bij voorkeur de sportdrank die ook geschonken wordt tijdens jouw marathon zodat
je kunt wennen aan de smaak en je maag de drank straks herkent. Op de website
van elke bijna marathon staat aangegeven welke sportdrank ze gebruiken.
8. Bepaal ruim van tevoren met
welke schoenen, sokken en outfit je de marathon wil gaan lopen.
Het is niet verstandig om een paar weken van
tevoren nog van schoenen te veranderen. Kijk of je schoenen nog zeker drie
maanden vooruit kunnen (schoenen gaan ongeveer 1000km mee). Liever twee paar
schoenen die je allebei kunt dragen dan een paar dat aan het eind van je
marathon ook aan het eind van zijn Latijn is. Probeer je outfit al een paar
keer uit tijdens lange trainingen; schuren ze nergens of voel je irritante
naadjes? Na 40km worden kleine ongemakken behoorlijk uitvergroot.
9. Je doel kan zijn om de
marathon uit te lopen.
Je kunt ervaren hoe het is
zo’n afstand te lopen en onderweg de tijd te nemen om te genieten van de
omgeving en het publiek. Ga je voor een bepaalde eindtijd, kies dan een tempo
dat zowel uitdagend als haalbaar is. Op internet zijn veel schema’s te vinden
die je eindtijd voorspellen aan de hand van je tijd op een halve marathon. Een
veelgebruikte methode is om deze tijd met twee te vermenigvuldigen en daarbij
10 minuten op te tellen. Loop je de halve marathon in 2 uur dan zou je de
marathon binnen de 4.15 moeten kunnen lopen…. In theorie. In de praktijk blijkt
dat deze berekende eindtijd vaak niet haalbaar is. Beter is wat rustiger weg te
gaan en het tweede deel van je wedstrijd te versnellen als je nog wat over
hebt. Mocht er onverhoopt iets tussen komen, een blessure, een belangrijke
gebeurtenis, een vakantie kijk dan realistisch naar je gestelde doel. Ook
weersomstandigheden (erg warm of warm, veel wind) kunnen ervoor zorgen dat je
jouw eindtijd wat bij moet stellen. Het kan zelfs zijn dat je het lopen van de
marathon nog even uit moet stellen. Alleen al in Nederland worden elke maand
een paar marathons gehouden. Beter is je dan aan een andere marathon deel te
nemen dan koste wat kost toch van start te willen gaan. Een blessure loop je
gemakkelijk op, ervan afkomen is vaak een heel ander verhaal.
10. Geniet: Van je omgeving
(die je steeds beter leert kennen met al die kilometers), van de vooruitgang in je conditie, van de spanning die bij een marathon komt kijken en van de strijd die je aangaat met niemand minder dan jezelf! All it takes is all you’ve got! (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten