donderdag 20 november 2008

Sporthorloge: Dashbord van de atleet

Polar
Een modern sporthorloge geeft de duursporter nog meer informatie dan het dashboard van een auto. Naar één ding moet de hardloper of wielrenner anno 2008 evenwel nog steeds gissen. Wanneer is het dashboard van de atleet de lichaamstank leeg? Alle data die een moderne stopwatch ophoest, geven hem wel een indicatie.

Nog maar enkele decennia geleden was een stopwatch een nog maar zelden gezien en bovendien prijzig attribuut in de sport. De goede konden de tijd van een sportprestatie meten, in minuten, seconden en tienden van seconden. Jarenlang was dat ruim voldoende. Tegenwoordig beschikt een sporter over oneindig veel meer gegevens tijdens het beoefenen van zijn hobby. Hij krijgt informatie over de tijd die hij onderweg is, tussen en/of rondetijden, de afgelegde afstand, de snelheid waarmee hij zich verplaatst en de hartfrequentie waarmee dat alles plaatsvindt. Het zijn nog maar enkele features, een complete opsomming van alles wat met het hedendaagse sporthorloge mogelijk is, is niet te geven. De uitgebreidere types communiceren na de training draadloos met de laptop van de sporter, waarna met hulpmiddelen als Google Earth de exacte route in kaart kan worden gebracht: de snelheid en hartslag per kilometer, de hoeveelheid calorieën die verbrand is en nog veel en veel meer. Met de analyse van die gegevens kan de sporter vervolgens nagaan of de training werkt.

De allernieuwste modellen signaleren zelfs overtraining, burn-out en te veel stress. Oud-atleet Gerard Nijboer moest halverwege de jaren zeventig al hartslagen tellen tijdens de trainingen van zijn toenmalige oefenmeester Arend Karenbeld. Gewoon twee vingers op de halsslagader en tien seconden tellen. En een minuut later nog eens om het herstel te bepalen. Ik dacht dat iedereen dat deed, maar Arend liep daarmee vooruit, ontdekte ik later. Begin jaren tachtig kreeg Nijboer als eerste Nederlander de beschikking over de allereerste commerciële hartslagmeter, een Polar. Ik hoefde hem niet te betalen, maar het was zeker geen goedkoop apparaat. Ik heb hem uiteindelijk weer teruggegeven aan de directeur, voor hun museum. Kreeg ik een nieuwe, een waterdichte.

Nijboer vindt de huidige technieken een aanwinst, voor zowel professional als amateur. De apparaten met afstandsmeting vind ik wel geschikter voor liefhebbers dan voor profsporters. Atleten worden al zoveel gecontroleerd op van alles en nog wat dat ze er vaak ook een zekere aversie tegen ontwikkelen. Hartslagmeting is evenwel een nuttig hulpmiddel, stelt Nijboer. Bij de groepen die ik heb begeleid, hebben we er dit jaar ook intensief gebruik van gemaakt. Mensen met een wel erg onregelmatige hartslag konden we daardoor preventief naar de huisarts sturen. Hoe compleet het huidige sporthorloge ook is, vernieuwingen komen er al weer aan. Nieuwe generaties zullen ook op afstand uit te lezen zijn, door de trainer bijvoorbeeld. Die kan dan zijn pupil thuis achter de pc volgen en analyseren. Het enige risico is, dat de sporter van de 21ste eeuw niet alleen gezegend moet zijn met een gezond lichaam, maar ook een expert op computergebied moet zijn. Nijboer: Bij mijn trainingen gebruik ik altijd simpele hartslagmeters. Ik heb wel eens ingewikkelder apparaten gehad, maar dan ben je een half uur bezig voor de eerste stap gezet is.



Geen opmerkingen: