donderdag 18 juli 2019

De gezonde duurloop

Veel plezier in je volgende duurloop
De duurloop, het is de basis van je trainingsschema. Als de basis goed is loop je iedere wedstrijd uit. Vaak ook met een verbazingwekkend goede tijd. Toch is het lopen van een gezonde duurloop een kunst. 5 tips voor je duurloop.

1 Fris aan de start
De duurloop is maar een relatief begrip. In dit geval gaan we er van uit dat het om een langere duur gaat. De meeste lopers trainen voor een 10 of voor een halve marathon. Dan investeer je veel uren in de basis. De belangrijkste regel: sta fris aan de start van deze training.

Vaak komt het voor dat hardlopers op zaterdagochtend heel vroeg aan hun training beginnen. De werkweek zit nog in het hoofd. De benen zijn nog koud. Het wil allemaal niet zo lekker lopen. Voor de lopers die eigenlijk te vermoeid aan de training beginnen: plan de trainingen anders. Plan het in op een moment waarop je wel lekker in je vel zit. Dat hoeven geen grote wijzigingen te zijn. Is dat de zaterdagmiddag, omdat je dan wat langer geslapen hebt en de boodschappen al in huis? Uitstekend. Het hoeft soms maar een paar uur te verschillen. Een betere start betekent dat je ook in de slotkilometers waarin iedereen het wat moeilijker heeft toch goed blijft lopen.

2 De verbranding staat aan
Je gaat niet superhard in je duurloop maar toch loop je stevig door. De motor moet werken. Vergeet niet de energievoorraad aan te vullen. Niet alle hardlopers hebben zin in een ontbijt voordat hun ochtendtraining start. Helemaal leeg starten is niet aan te bevelen. Eet in ieder geval iets. Laat de geraffineerde suikers staan. Kies voor voeding die langzaam de energie afgeeft. Kijk maar naar het brood dat is ontwikkeld voor sporters. Die koolhydraten verdelen zich over de tijd in plaats van een korte piek in het half uur na de inname. Wedden dat met de juiste voeding ook de sprint in de laatste halve kilometer nog goed gaat!

3 Wel die warming-up
"Ik loop me wel warm aan het begin van de training”. Ja, dat hoor je vaak. De meeste lopers slagen niet in die aanpak. Waarom? Na 1 kilometer kijken ze al op hun klokje. Ongeduldig als ze zijn willen ze dan al doorschakelen naar hun gewenste snelle tempo. Dan krijg je teveel druk op de koude gewrichten en pezen. Dus wel die warming-up waarbij je knieën, enkels, heupen, en ja ook schouders losdraait en wam maakt.

4 Winst in moeilijke kilometers
Goed uitgerust en een uitstekende voorraad energie in huis? Dan kun je best tegen een stootje. Dat zit in de laatste kilometers. Dan krijg je het moeilijk. Kort je duurloop dan niet in. Je tempo mag omlaag maar maak het wel af. Hier ligt de winst. Dat is de tijd van de uitdaging om het wel goed vol te houden en zo goed mogelijk te blijven hardlopen.

5 Repeterend karakter, langer herstel
Bij een interval heb je een hoge intensiteit maar de training zelf is meestal korter. Bij de duurloop heb je alsmaar hetzelfde tempo en je bent lang onderweg. Dat repeterende karakter, iedere stap dezelfde impact maakt dat je een langere hersteltijd moet incalculeren. Kleine pijntjes na deze duurlooptraining stellen weinig voor. Als je die kleine pijntje niet de baas wordt voor de volgende duurloop kunnen ze tot grote problemen uitgroeien. En met een goede hersteltijd krijgt ook je conditie de kans zich aan te passen naar het nieuwe niveau. Veel plezier in je volgende duurloop. (bron)

Geen opmerkingen: