vrijdag 8 mei 2020

11 tips voor een optimale intervaltraining

Een intervaltraining is de sleutel tot snellere tijden
Een intervaltraining is pittig. Houd het daarom leuk, bouw voldoende rust in en kom eerst even op gang voordat je begint. Ben je niet fit genoeg om snelheidstraining uit te voeren? Zorg dan eerst voor een goede basis voor je aan deze intervaltraining begint.

Sneller worden met deze 11 intervaltips:
1.Zorg voor een goede basis: doe eerst minimaal drie maanden drie keer per week een duurloop van dertig à veertig minuten en start dan pas met de intervaltraining.
2.Optimale route: dat kan de atletiekbaan zijn, maar ook een rustig, verkeersvrij en vlak parkoers in de buurt.
3.Veilige ondergrond: tartan, asfalt of klinkers. Mijd boomwortels, zandpaden, bulten, kuilen, kortom alle ongelijke ondergrond.
4.Uitgebreide warming-up: zo zijn je spieren klaar voor de arbeid. Ja, werken zal je.
5.Begin rustig: de laatste loop mag niet langzamer gaan dan de eerste. Je wilt wel de hele training goed afmaken.
6.Ken je grenzen: wie goed doseert, wordt beloond met prestatieverbetering.
7.Houd het leuk en geniet: intervaltrainingen zijn pittig, maar dwing jezelf niet.
8.Rust: de dag na een intervaltraining.
9.Herhalingen: vijf in elke serie is voor beginners een mooi, uitdagend maar veilig aantal.
10.Niet fit: overslaan die intervaltraining.
11.Programma: als je er eenmaal aan gewend bent, kunnen intervalprogramma’s er bijvoorbeeld zo uitzien: 10 à 20 x 200 meter, 6 à 10 x 400 meter, 4 x 800 meter, 3 x 1000/2000 meter. (bron)

Geen opmerkingen: