maandag 28 oktober 2019

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 214

Waar ligt toch in vredesnaam jouw omslagpunt? 
Waar ligt toch in vredesnaam jouw omslagpunt?  

“Waar ligt bij jou het omslagpunt?”, vroeg van de week een atlete aan één van haar clubmaatjes. Hoorde ik dat nou goed? Ik moet altijd oppassen dat ik niet in mijn broek schijt van het lachen als ik atleten zo met elkaar hoor praten, zeker als het hardlopers betreft van mijn eigen bedenkelijke niveau. Hoewel ik als looptrainer best geïnteresseerd ben in het omslagpunt, maximale hartslag of loopfrequentie, neem ik dat soort gesprekjes maar zelden serieus. Mijn omslagpunt ligt overigens bij een halve liter of negen maar dit terzijde…

Op de één of andere manier hoort die semi-intellectuele prietpraat bij een bepaald slag hardloper. Je haalt ze er zo uit. In mijn nabije omgeving worden zulke onderwerpen niet vaak aangesneden, misschien ook omdat de meesten weten dat ze dan keihard worden uitgelachen en met de grond gelijk worden gemaakt (niet alleen door ondergetekende). Zelfs Mark te Brake - de man van 2.31 uur – hoor je daar nooit over. Hij heeft wel een horloge met moderne snufjes en hij houdt het ook allemaal in de gaten maar hij roept zelden in de kroeg: “Goh jongens, ik heb me toch een lekker potje in zone 2 getraind vanmiddag!” Nee hij loopt gewoon, nou ja gewoon, 2.31 uur op de marathon is uiteraard niet helemaal gewoon!

Ik zelf liep laatst in Berlijn – met kramp tot in mijn jukbeenderen – 3.36 uur, geen tijd waarmee je bij de meisjes echt indruk maakt. Nu zag ik op mijn rekenmachine dat Mark dus 65 minuten sneller was dan ik! Dan denk je toch al snel: wat kun je allemaal doen in 65 minuten? Een enkeltje Aalten – Arnhem, plus een kop koffie en een frikandelbroodje in de Kiosk. Een helftje voetballen, inclusief lange blessuretijd en een theepauze die uitloopt. Een vlucht Schiphol – Londen Stansted met daaropvolgend de snelshuttle naar het hart van de Engelse hoofdstad. Die 65 minuten is zo bespottelijk veel, dat ik eigenlijk geen andere keuze heb dan al mijn Brooks en Adidasjes te verbranden en mijn heil te zoeken in een andere sport. Uiteraard doe ik dat niet, want wat moeten ze bij Ava70 zonder mij?

Wat een prestatie. Met open mond heb ik er naar zitten kijken. Zonder enige blijk van vermoeidheid doorstond Mark zijn eerste marathon, waarin de tweede helft nog enkele seconden sneller ging dan de eerste. Zijn broer Luuk moet in Rotterdam flink aan de bak om deze tijd te overtreffen, hier later meer over. Er is alleen nog één vraag die ik Mark heel dringend een keer moet stellen: waar ligt toch in vredesnaam jouw omslagpunt?   

Geen opmerkingen: