woensdag 22 januari 2020

Slank, dun, mager, ziek: hoe atletes soms vergeefs zoeken naar de juiste balans

Atlete Mary Cain in 2014. Het hardlooptalent beschuldigde haar vroegere coach van wangedrag: hij zou haar voor de groep hebben gewogen zodat de rest kon zien of ze op gewicht was (foto AP)
Over de kwalijke gevolgen van ondervoeding bij atletes woedt sinds vorige maand een hevige discussie in de atletiek. Het voormalige Amerikaanse hardlooptalent Mary Cain beschuldigde haar vroegere coach Alberto Salazar in The New York Times van wangedrag.

Hij zou haar voor de groep hebben gewogen zodat de rest kon zien of ze op gewicht was. Als ze naar zijn maatstaven niet dun genoeg was, schold hij haar uit. Cain at zo weinig dat haar menstruatie drie jaar uitbleef. Ze brak vijf botten, mogelijk als gevolg van osteoporose door ondervoeding.

Het probleem speelt niet alleen in Amerika, zegt voormalig bondscoach Honoré Hoedt. Hij ziet in Nederland ook regelmatig talenten voorbij komen die veel te dun zijn. ‘Iedereen ziet op de baan mensen voorbij komen die ver onder de grens zitten van wat gezond is. We kijken elkaar allemaal aan. De bondscoach, de trainers eromheen, de eigen trainer, de fysiotherapeut. Maar we kunnen niets doen. Er is in Nederland geen beleid voor. Het is wachten tot er iemand omvalt.’

Hoedt is drie jaar bondscoach geweest in Noorwegen. Daar is het probleem wel in beleid vastgelegd. De Noorse atleten die op nationaal niveau meedoen moeten langs een sportarts om een gezondheidsverklaring te regelen. Als ze geen gezond gewicht hebben, heeft dat consequenties. Hoedt pleit ervoor dit ook in Nederland in te voeren. ‘Het is als het ware een soort apk. Als ze daar niet doorheen komen, krijgen ze een gele vlag als waarschuwing. Ze krijgen een periode om de boel op orde krijgen. Lukt dat niet, volgt een rode vlag. In die tijd mogen ze geen wedstrijden doen.’

Technisch directeur van de atletiekunie Ad Roskam ziet zo’n maatregel wel zitten. ‘Ik vind het een interessante denkrichting. Het zou een goede signaalwerking kunnen zijn als er een rood lampje gaat branden als het niet goed gaat.’ Er is binnen de bond geen meldpunt die zich met gewichtsproblemen bezighoudt. Dat is er bijvoorbeeld wel voor grensoverschrijdend gedrag in de sport. Die zaken komen bij de vertrouwenspersonen terecht. Gewichtsproblemen horen thuis bij de huisarts, vindt Roskam. ‘Daar moeten dit soort kwesties besproken worden. Wie brengt zo’n atleet naar de huisarts? De mensen rondom die sporter. Ouders, coaches. Wij hebben zelf geen brigade waarmee we de wedstrijden af gaan.’

Ondervoeding in de sport staat volgens Roskam ook regelmatig op de kalender van coachcongressen en trainerscursussen. Dat is niet genoeg, vindt regiotrainer Tonnie Dirks. Ook hij pleit voor beleid. Dirks, voormalig coach van marathonloopster Miranda Boonstra, voelt zich vaak machteloos als trainer. Hij ziet regelmatig talenten voorbij komen die gezondheidsrisico’s lopen omdat ze te weinig voeding nemen in combinatie met hun trainingsarbeid. ‘Ik probeer altijd met ze in gesprek te gaan, maar dat is niet makkelijk. Je loopt het risico dat je ze wegjaagt. Dan gaan ze bij een andere club trainen, ben je ze kwijt en heb je geen zicht meer op hoe het met ze gaat.’

Om op tijd te zien of zijn atleten gezond sporten, heeft Dirks een document gemaakt waarin hij verdacht gedrag en uiterlijke kenmerken die wijzen op anorexia heeft opgeschreven. Hij somt op: ‘Aandacht trekken, overal tegenin gaan. Ze krijgen donshaar op de huid omdat het lichaam zichzelf niet meer warm kan houden. Blauwe plekken, dunner hoofdhaar.’

Als ze een 1.500 meter veel langzamer dan een 5 kilometer lopen denkt Dirks ‘ohhh shit, opletten geblazen’. ‘Dan hebben ze te weinig kracht omdat het lichaam te veel spierafbraak heeft.’

Het zijn precies de signalen die Grete Koens, de Nederlandse bondscoach middenlangeafstand, uit haar hoofd kent. Koens zegt zo’n vier tot zes gevallen per jaar tegen te komen van atleten die te dun zijn. Toen ze in 2016 Jip Vastenburg onder haar hoede kreeg, vroeg ze meteen of Vastenburg nog ongesteld werd. ‘Meisjes moeten gewoon menstrueren. Als dat uitblijft, is er vaak meer aan de hand. Voor mij als vrouwelijke coach is dat makkelijker te vragen dan voor een mannelijke coach.’

Koens ziet de problemen ook bij jongens voorkomen. Bij hen is een verstoorde hormoonbalans net zo schadelijk. ‘Bij de vrouwen raakt het hormoon oestrogeen verstoord, bij de mannen zie je verschillen in testosteronwaarden als ze gaan knijpen met de voeding. Ze kunnen allebei osteoporose ontwikkelen, waardoor botten veel minder sterk zijn. Volgens mij komen al die botbreuken in het wielrennen daar vandaan. In die sport speelt gewicht ook een grote rol.’ (bron)

Geen opmerkingen: