De meeste lopers wagen zich pas na 1 tot 5 jaar loopervaring aan de marathon |
Dan
maar meteen de marathon
Eén op de acht lopers die zich
voorneemt binnen een jaar een marathon te lopen heeft nog geen (hardlopende)
stap gezet. De meeste lopers wagen zich pas na 1 tot 5 jaar loopervaring aan de
marathon en éénvijfde heeft meer dan 10 jaar ervaring.
De meeste wanna-be
marathonlopers zijn tussen de 30 en 39 jaar oud, bijna 10% is jonger dan 20
jaar en slechts 1.5% is boven de 60 jaar, iets meer dan eenderde van de
beginnende lopers is vrouw. Een van de meest genoemde redenen om te beginnen
met marathontraining is het verliezen van gewicht. Bijna 60% van de mannen en
ruim 20% van de vrouwen die beginnen met de training is dan ook te zwaar.
Ongeveer 6% van de Nederlandse
hardlopers heeft ooit een marathon gelopen. Minstens de helft van hen die dit
nog niet gedaan hebben, hebben er wel veel bewondering voor.
De
voorbereiding
In de voorbereiding van een
marathon houden we het over het algemeen simpel: Slechts eenvijfde van de
marathonrookies doet aan heuvel- of snelheidstraining. Wel doet iets meer dan
de helft aan een vorm van interval. Stretchen wordt wel massaal gedaan, door
bijna 90%, en dan vooral voor de training. Naast hardlopen doet meer dan de
helft nog aan andere vormen van training (fietsen, zwemmen, crosstrainen) en
iets minder dan de helft doet een vorm van krachttraining. Gemiddeld staan er
4.3 trainingen op het programma. Voordat de marathon daadwerkelijk aanvangt
wordt er deelgenomen aan gemiddeld 3-7 wedstrijden.
Heb
jij meer kans op een blessure?
Wanneer je begint aan
marathontraining bestaat er een kans dat je geblesseerd raakt. Een aantal
persoonlijke factoren vergroten het risico op een blessure. Iemand die eerder
een marathon heeft gelopen zorgt vaker voor herstelbevorderende maatregelen als
massage, ondersteunende oefeningen en let meer op zijn voeding. Door de
ervaring kent iemand die al langer loopt zijn lichaam vaak ook beter en weet
hij de ernst van een beginnende blessure in te schatten. En dus wanneer hij gas
terug moet nemen.
Overgewicht,
blessure-geschiedenis en sporthistorie
Ook wanneer je met overgewicht
aan je marathonvoorbereiding begint of een historie van blessures hebt loop je
een grotere kans op een blessure tijdens je voorbereiding. Een te zwaar lijf
betekent extra belasting voor je spieren, pezen en gewrichten. Ze worden hier
sterker van maar dat betekent wel dat de opbouw rustig moet zijn. En bouw maar
eens rustig op als de marathon steeds dichter bij komt… Wanneer je eerder aan
een lichaamsdragende sport hebt gedaan (dus geen fietsen, zwemmen of
crosstrainen) heb je minder kans op een blessure.
Overpronatie,
beenlengteverschil en holle voeten
Behalve factoren die je zelf
kunt beïnvloeden speelt ook je anatomie een rol bij het risico op blessures.
Wanneer je behoorlijk overproneert (je enkels buigen naar binnen bij de
landing), een duidelijk beenlengteverschil hebt of je voeten een behoorlijke
boog maken (holle voeten) is het mogelijk dat je eerder een blessure oploopt.
Zooltjes kunnen hierbij een uitkomst bieden. Bij het aanmeten van zooltjes en
de trainingen die daarop volgen moet je wel goed oppassen. Je lichaam is gewend
aan het eventuele beenlengteverschil en de holle voeten. Door de plotselinge
aanpassing krijgt je lichaam ineens een andere belasting te verduren. Rustig
opbouwen en in het begin trainingen met én zonder zooltjes afwisselen kan
uitkomst bieden.
Al
die risico’s blessures, er niet aan beginnen?
Door de (grote) kans op
blessures zou je bijna denken dat je beter niet aan de marathon kunt beginnen.
Maar vergeet niet dat het merendeel van de lopers blessurevrij aan de start
verschijnt. Nederlanders behoren bovendien bij de meest succesvolle finishers
op de klassieke afstand. Bijna 99% van hen die begint aan de race, voltooit die
ook. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten