maandag 20 januari 2014

Vier Marathon trainingstips

De start van een marathon
Aan het begin van het jaar schrijven zich verschillende mensen weer in voor de marathons die plaats gaan vinden. Toch zijn er een aantal zaken waar rekening mee gehouden moet worden.
1 Start op tijd
Een marathon is niet een wedstrijd die je er zomaar even bij doet. Een marathon vraag toewijding. Start op tijd want je hebt maanden nodig om jezelf naar de perfecte marathonvorm toe te werken. Veel schema’s voor de ervaren loper werken met een periode van ongeveer drie maanden. Trek er meer tijd voor uit. Als loper heb je altijd wel een periode waarin je training minder goed gaat. Als je een langere periode als voorbereiding pakt zit je niet meteen met een achterstand als het even slechter gaat.

Daarbij heb je nog een voordeel met een langere voorbereidingstijd. Je verdeelt de trainingslast nog meer over de weken. Hierdoor is de belasting per week, je groei, nog net wat kleiner. Dat is een manier om het risico op blessures te verkleinen.

2 Zit het goed met de vorm?
Je kunt hard trainen maar hoe weet je echt hoe het met je vorm zit? Op een bepaald moment wil je dat toch weten voordat je aan de startlijn van je marathon staat. Je kunt dit goed testen bij een wedstrijd. Dan komen meteen de zenuwen en de sfeer om de hoek kijken. Ondanks dat je een testwedstrijd vooral ziet als een test, zal je toch de spanning van de wedstrijd voelen. En dat is goed, dat zal je sterker ervaren bij je marathon. Want dan komt het er echt op aan.

Idealiter loop je als test een halve marathon. Deze is lang genoeg om je vorm echt te testen. Voorwaarde voor deze test: maak er echt een wedstrijd van.

Loop die halve marathon met de instelling deze sneller te lopen dan je gewenste marathonsnelheid. Je loopt tenslotte een halve marathon en dan kan je snelheid wat hoger liggen dan op de hele. Reken met 1 tot 3% sneller dan je gewenste marathontijd om er een echte test van te maken.

3 Herstel en rust
Heb je eenmaal voorgenomen om voor die marathon te gaan dan zie je dat lopers dat heel serieus nemen. Er worden veel kilometers gemaakt. Trainingen worden bijna niet overgeslagen of op een lager niveau uitgevoerd. Dat is goed, je hebt de mentaliteit om rustig op te bouwen hard nodig. Maar neem genoeg tijd vrij om te herstellen. Veel blessures ontstaan doordat de loper zich de hersteltijd ontzegt. ‘Ik moet lopen anders ben ik over 2 maanden niet klaar voor de wedstrijd’. Wie te weinig tijd gunt voor herstel put zichzelf teveel uit.

In rust werkt je lichaam aan een sterker lichaam. Je moet er de tijd voor nemen omdat je je lijf ook bijna iedere week een net iets intensiever trainingsprikkel meegeeft. Het moet niet alleen reageren op de trainingen. Herstel is hard nodig om dat de trainingslast alsmaar wat groter wordt.

4 Veel werk
Trainen voor een marathon vraagt om een lange adem. En om vroeg een plan te vormen en je daar ook aan te houden. Ga niet plotseling halverwege of op het einde hele nieuwe vormen van training aan je schema toevoegen. Je lichaam is een wonder van aanpassingsvermogen maar wel op een evenwichtige manier. Verstoor dat evenwicht in vooruitgang niet.

Een marathon lopen vraagt om het maken van veel kilometers. De basis voor je succes zit in je inzet op je duurvermogen. Zit het goed met dat vermogen, dan kun je verder werken aan een hogere basissnelheid.

Trainen voor een marathon is al een prestatie op zich. De marathon zelf is slechts de top van de ijsberg. Het is mooi als na al die maanden inzet de wedstrijd uiteindelijk lekker loopt en je een topdag beleeft.

Geen opmerkingen: