donderdag 23 maart 2017

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 170

Ik ben stiekem het vak van de prominenten in geslopen (blonde kuif rechtsboven)
Met de billen bloot

Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten. Ik zal natuurlijk geen knip voor de neus waard zijn als ik mijn prestatie op de halve marathon van Utrecht doodzwijg. Al weken schreeuw ik van de daken dat een tijd van 1.25 uur haalbaar is, als je vervolgens na 1.38 uur pas over de finish strompelt, moet je heel diep door het stof. Geen zielige praatjes over gezondheidsproblemen of een meelijwekkend verhaal over de hardloophel waarin ik mij bevond, nee, ik ga met de billen bloot. 

Een maandenlange psychologische oorlogsvoering gaat vooraf aan de halve van Utrecht. Luuk te Brake, Mark Geesink en ik gaan de strijd aan. Het is bij iedere training het belangrijkste gespreksonderwerp. Grootspraak, vileine steken onder water en dodelijke opmerkingen maken de strijd op voorhand enorm boeiend. In de wedstrijden en trainingen voorafgaand aan Utrecht worden er steevast speldenprikken uitgedeeld. Hoewel Luuk en Mark steeds aan het langste eind trekken, maak ik mij nog geen zorgen. Als het erop aankomt, ben ik de sterkste. Ik heb immers al vier keer een halve gelopen en met twee tijden in de 1.25 uur, heb ik aangetoond dat deze afstand mij uitstekend ligt. Ik merk aan alles dat mijn vorm groeiende is en ben er van overtuigd dat ik in Utrecht als eerste de eindstreep bereik.

Ik heb er ontzettend veel zin in. Samen met Geert Wevers en Luuk ben ik stiekem het vak van de prominenten in geslopen. Het startschot klinkt, ik vlieg er vandoor. De adrenaline giert door het lichaam. Als een kopie van Max Verstappen scheur ik door de straten van de Domstad. Links en rechts passeer ik de concurrentie. Ik rem laat voor de bochten, die ik vervolgens vlijmscherp aansnijd. Over de eerste vijf kilometer doe ik slechts 18:55 minuten (Beste tijd sinds mei 2016). In het centrum van de stad doe ik er nog een schepje bovenop. Ik laat me opnaaien door het publiek. Als ik het bruisende centrum uitloop, krijg ik de deksel keihard op mijn neus. De verzuring neemt al na 8 kilometer ernstige vormen aan. Overmoed, zelfoverschatting, enthousiasme en een veel te snelle start blijken ingrediënten voor een smerige cocktail. Van kilometer 8 tot 11 staat mijn lichaam in de knokstand maar vlak na het 11 kilometer bordje sta ik geparkeerd. Alle fouten die je als hardloper kunt maken, heb ik gemaakt, wat een afgang. Ik krijg het ene been niet meer voor de ander. De kilometertijden gaan van 03:50 min per kilometer naar 06:30min per kilometer.

Als Cindy Brussé mij vraagt om samen verder te lopen, zwaai ik vriendelijk en geef aan dat ze aan mij niks heeft. Het liefst had ik gezegd: “Pleur toch op mens en laat me met rust”, maar ik besluit mij in te houden. (Niks persoonlijks Cindy, van harte gefeliciteerd met je topprestatie).

Met het schaamrood op de kaken en het schuim op mijn bek, bereik ik uiteindelijk de finish. Gegokt en verloren! Luuk (1.26.59 uur) komt als ‘winnaar’ over de streep, vlak voor Mark (1.27.17 uur) en ruim voor ondergetekende (1.38.07 uur). De komende weken, misschien zelfs maanden, ben ik ongetwijfeld flink de lul tijdens de trainingen, en dat is meer dan terecht! Ik stel mij nederig op en maak even pas op de plaats. Maar knoop dit dondersgoed in je oren: “i’ll be back!” 

3 opmerkingen:

Tom zei

Voor in je agenda: 18 maart 2018!

theostronks zei

Zo jij weet ook weer waar je staat Erwin .

Anoniem zei

Is dit een A+ tijd/A tijd/B tijd/C tijd/D tijd?