Rudi Meinen ontpopt zich tot een ware topper |
40 plussers ontstijgen het niveau van jonge garde
Er ontstaat een enorme krachtsexplosie als hij het blok verlaat. Bij iedere stap begint de aarde lichtjes te beven. De gemiddelde atleet kan alleen maar dromen van zoveel souplesse. Het voortbewegen van deze sprinter is een esthetisch genot .Op het laatste stuk van de 400 meter krijgt de wind vat op alle lopers, behalve op hem. Hij tornt met alle sport- en natuurwetten. Rudi Meinen ontpopt zich tot een ware topper.
De seniorencompetitie krijgt dit jaar zijn vuurdoop in Arnhem. En het moge nu al duidelijk zijn: de veteraren trekken de kar bij de geelblauwen. Waar de oudjes de afgelopen jaren nog dienden als pelotonvulling, hebben ze in Arnhem een duidelijk signaal afgegeven: ‘veertig is het nieuwe twintig’. Met een gemiddelde van 32,8 jaar is het team zo’n tien jaar ouder dan de overige ploegen, maar het blijkt maar dat leeftijd slechts een getal is.
Aanvoerder Patrick Ikink (47), meervoudig medaillewinnaar op nationale kampioenschappen, neemt de ploeg op sleeptouw. De sloopkogel van Barlo scherpt zijn record op de 200 meter aan ondanks dat er een tegenwind staat waar de gemiddelde Zeeuw de schrik van in de benen krijgt. Mart Slotboom (43) en Rudi Meinen (40) volgen het voorbeeld van boegbeeld Ikink. Meinen verpulvert op zijn gloednieuwe spikes – maat 52 – zijn stokoude toptijd op de 400 meter. Hij kleineert zijn twintig jaar jongere opponenten. “Ik dacht dat het niveau hoog zal zijn”, zegt de schijnbaar onvermoeibare voorzitter dertig seconden na zijn race. Björn Demkes – sinds kort ook lid van de club van 40 – en Roy Mengerink (46) nemen het op de 5.000 meter op tegen gastjes die net zo goed hun zonen hadden kunnen zijn, amper droog achter de oren. De ervaring wint het van jeugdige overmoed. De Ava-masters passeren hun tegenstanders alsof ze stilstaan, dit terwijl Björn vlak daarvoor zijn record op het hink-stap-springen behoorlijk heeft aangescherpt.
Onder het toeziend oog van de jongere teamgenoten speculeren de 40-ers over een deelname aan een andere competitie. Ikink: “Is een masters-competitie niks voor ons?” Mengerink: “Heel leuk en aardig dat jonge spul maar als we om de knikkers willen meedoen, moeten we ons afscheiden.” Slotboom: “Daar ben ik het helemaal mee eens Roy, liever vandaag dan morgen.” Op 28 mei treedt de competitieploeg aan voor de tweede wedstrijd, met of zonder routiniers?
Er ontstaat een enorme krachtsexplosie als hij het blok verlaat. Bij iedere stap begint de aarde lichtjes te beven. De gemiddelde atleet kan alleen maar dromen van zoveel souplesse. Het voortbewegen van deze sprinter is een esthetisch genot .Op het laatste stuk van de 400 meter krijgt de wind vat op alle lopers, behalve op hem. Hij tornt met alle sport- en natuurwetten. Rudi Meinen ontpopt zich tot een ware topper.
De seniorencompetitie krijgt dit jaar zijn vuurdoop in Arnhem. En het moge nu al duidelijk zijn: de veteraren trekken de kar bij de geelblauwen. Waar de oudjes de afgelopen jaren nog dienden als pelotonvulling, hebben ze in Arnhem een duidelijk signaal afgegeven: ‘veertig is het nieuwe twintig’. Met een gemiddelde van 32,8 jaar is het team zo’n tien jaar ouder dan de overige ploegen, maar het blijkt maar dat leeftijd slechts een getal is.
Aanvoerder Patrick Ikink (47), meervoudig medaillewinnaar op nationale kampioenschappen, neemt de ploeg op sleeptouw. De sloopkogel van Barlo scherpt zijn record op de 200 meter aan ondanks dat er een tegenwind staat waar de gemiddelde Zeeuw de schrik van in de benen krijgt. Mart Slotboom (43) en Rudi Meinen (40) volgen het voorbeeld van boegbeeld Ikink. Meinen verpulvert op zijn gloednieuwe spikes – maat 52 – zijn stokoude toptijd op de 400 meter. Hij kleineert zijn twintig jaar jongere opponenten. “Ik dacht dat het niveau hoog zal zijn”, zegt de schijnbaar onvermoeibare voorzitter dertig seconden na zijn race. Björn Demkes – sinds kort ook lid van de club van 40 – en Roy Mengerink (46) nemen het op de 5.000 meter op tegen gastjes die net zo goed hun zonen hadden kunnen zijn, amper droog achter de oren. De ervaring wint het van jeugdige overmoed. De Ava-masters passeren hun tegenstanders alsof ze stilstaan, dit terwijl Björn vlak daarvoor zijn record op het hink-stap-springen behoorlijk heeft aangescherpt.
Onder het toeziend oog van de jongere teamgenoten speculeren de 40-ers over een deelname aan een andere competitie. Ikink: “Is een masters-competitie niks voor ons?” Mengerink: “Heel leuk en aardig dat jonge spul maar als we om de knikkers willen meedoen, moeten we ons afscheiden.” Slotboom: “Daar ben ik het helemaal mee eens Roy, liever vandaag dan morgen.” Op 28 mei treedt de competitieploeg aan voor de tweede wedstrijd, met of zonder routiniers?
Mart Slotboom |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten