zaterdag 17 augustus 2019

Tips om jezelf over het dooie punt heen te trekken

Bijna alle hardlopers ervaren in een wedstrijd een echt lastig punt
Hardlopen en gedachten. De twee kunnen elkaar in de weg zitten. Of je gedachten zijn een extra motor om je lichaam nog sneller te maken. Bijna alle hardlopers ervaren in een wedstrijd een echt lastig punt. Hoe kom je daar overheen?

"Dan loop je die halve marathon. Na ongeveer tien kilometer kom je bij dat punt met een hele lange strook verkeerd liggende bakstenen in de straat. Heel erg.” Deze uitleg over een halve marathon, of iets gelijksoortigs hoor je wel vaker. Dat lastige punt. Vaak een combinatie van vermoeidheid en waarop je motivatie het even laat afweten.

Wie op deze manier naar een wedstrijd kijkt, zal inderdaad bij die strook met scheve bakstenen gaan inhouden. Waarschijnlijk niet eens bewust. Maar heel veel beslissingen maken we onbewust. Daar merk je dat je mentale instelling een rem kan zijn op je hardlopen. Terwijl dat fysiek misschien helemaal niet nodig is.

3 tips lastig punt
1) Als het een specifiek stuk is in een parcours, richt je dan op de verbetering van dat parcours. Oké, je hebt nu eerst een kilometer vol met scheve bakstenen maar daarna ligt er weer een spiegelglad stuk asfalt. Daar kun je weer met gemak je hogere hardloopritme vasthouden. Vlieg over die klinkers zodat je snel bij het asfalt bent.

2) Vorm vasthouden. Waarom maken de scheve bakstenen het je zo moeilijk? Omdat je je benen hoger moet optillen. Dat kost je inderdaad meer energie. Focus daarom op je houding. Laat je armen net wat meer heen en weer swingen. Richt je op die armen en dan gaan je benen ook mee. De focus op je vorm leiden je af van je blokkade in je gedachten over die rare klinkertjes.

3) ‘Deze kilometer met losse klinkers kan ik net zo snel lopen als op de andere stukken in deze halve marathon.’ Dit is typisch een houding bekend vanuit de sportpsychologie. Het plaatsen van een algemeen gevoel naar een precieze aanduiding. Van ‘ik kan vandaag mijn beste tempo lopen’ naar ‘ik kan ook hier mijn beste tempo lopen’.

Vernieuwende inzichten
In de toepassing van psychologie voor de sport is de heilige graal nog niet gevonden. Dat maakt het ook interessant. Iedereen heeft weer andere ervaringen en verschillende manieren om om te gaan met de uitdagingen van het hardlopen. Echt hard lopen is een mix van hoofd en lijf. Als je er met andere hardlopers over praat kom je ook vaak weer tot andere inzichten. Probeer voor jezelf wat het beste werkt en verfijn die kunst. Dat kan je helpen om sneller te lopen of juist verder te gaan. Handig als je bijvoorbeeld overstapt van wegwedstrijden naar de langere trails.

Mentaal robuust
Hardlopen heeft geen ingewikkelde technische toepassingen. Het is geen teamsport met complexe bewegingen zoals het voetbal. Wat je wel nodig hebt is mentale weerbaarheid. Misschien is robuust een beter woord. Je kan tegen een stootje én je kunt je ergens doorheen zetten. Daar zijn door diverse onderzoeken wel een paar algemene kenmerken van te geven:

- Je hebt een eigen interne motivatie.
- Je kunt de focus vasthouden en afleiding weerstaan.
- Je kunt je vorm en techniek ook onder druk vasthouden. (bron)

Geen opmerkingen: