maandag 1 december 2025

Hoge pieken en diepe dalen….

Henrie en Andre

Ergens begin mei van dit jaar kwam Henrie met een berichtje over de Ranger Ultras – Peak District South & North, een tweedaags evenement in de UK, in het Peak District, in November. Even op de website gekeken, beetje gegoogled naar het Peak District. Dat zag er prima uit, mooie plaatjes, mooie uitdaging qua afstanden en hoogtemeters, heerlijk kleinschalig, precies waar we van houden. En we konden na ons avontuur in Duitsland rond midzomer best nog een tweede keer pieken. Dat was tenminste de theorie…. Na wat heen en weer appen schreven Henrie, Michiel en ik ons in. Maar aangezien het nog een hele tijd zou duren verdween de hele trail een beetje naar de achtergrond. Tot eind juli de pijntjes van de PAUL weer achter de rug waren en we de blik weer naar voren richtten.

Met een groep van de Lekker Buitenspelen app werd er een schema opgesteld om ons voor te bereiden op de 60 km Bear trail. De voorbereiding liep goed (ondanks mijn oogoperatie) en het verslag over de Bear trail heb je al kunnen lezen. Wie had echter van tevoren kunnen denken dat het slechte weer en de modder in de Voerstreek zo perfect zouden zijn als voorbereiding op het Peak District? Achteraf bleek het echter een super goede generale repetitie te zijn geweest, dat hadden we nooit kunnen dromen.

De week van tevoren werd er nog veel heen en weer geappt over de lijst van spullen die je verplicht bij je moest hebben. Die was behoorlijk lang en leek eigenlijk overdreven. Regenkleding, extra lagen kleding, handschoenen, muts, lampje, bivybag, kaart en kompas etc. etc. Het leek wel alsof we op expeditie gingen in plaats van een trailrunning evenement. Maar dat moest ook nog eens allemaal in een koffer gepropt worden die hooguit 15 kg mocht wegen. Het werd al snel duidelijk dat we nog even boodschappen moesten doen als we in Engeland aankwamen, als we al onze spullen mee wilden krijgen.

De vlucht van een uurtje naar Manchester zelf verliep voorspoedig en na een lunch en boodschappen doen konden we op de trein stappen richting Edale. Edale is een gehucht van 250 inwoners midden in de Peak District. Door de ligging aan de start van de Pennine Way en de goede spoorverbinding is het in het zomer seizoen de belangrijkste plek om te verblijven als je wilt hiken, fietsen of wat voor buitensport activiteiten je ook maar wil doen. Maar op een mooie zonnige dag in November is een het troosteloos gehucht van één straat, twee cafés en een Youth Hostel die we al voorbij gelopen waren voor we in de gaten hadden dat we er waren…. We hadden ook mee aandacht voor het uitzicht op de White Peak, geen idee of het inderdaad de goede berg was maar hij was wel besneeuwd.

Er was iemand aanwezig die ons wist te vertellen dat we veel te vroeg waren (het was net over twee uur in de middag), we mochten de koffers wel even in de hoek zetten en dan moesten we later maar teugkomen. Het leek ons een mooi moment om ons te verdiepen in een typisch Engels cultuurverschijnsel: de pub. We liepen naar de pub waar we van zondag op maandag ook zouden overnachten en nestelden ons in de gezellige traditionele huiskamer van de pub. Uiteraard hoorde daar een pint bij. Helaas bleek het haardvuur het niet te doen. Maar Michiel had niet voor niets een degelijke buitensport opleiding gehad…. Na wat aanmaak hout nog kleiner gemaakt te hebben en een papieren menukaart werd er een keurig vuurtje opgestart. We konden het die middag niet meer fout doen bij de barkeepster…

’s Avond meldden we ons bij de organisatie om ons slaaplekje in te richten en de kit te laten checken. Dat namen ze echt wel heel serieus. Gelukkig bleek alles OK en mochten we meedoen. Ons slaapkamertje met stapelbedden was redelijk spartaans en er was verder ook niets te koop qua eten en drinken, dus besloten we maar weer pubwaarts te gaan. Daar nuttigden we een lekkere maaltijd en zorgden we voor een optimale hydratie. Maar we maakten het ook weer niet te gek. De start was 8:00 de volgende ochtend, dus op tijd er uit. Een Engels ontbijt zat er niet in, de organisatie had een heel bescheiden budget en dat kon je zien aan het ontbijt. Maar snel wat naar binnen proppen en nog even de F1 kwalificatie kijken (Henrie dan).

De weersverwachting voor zaterdag was regen in de ochtend en later kans op droog weer. De regenkleding ging dus maar meteen aan. Na de start ging het meteen heuvelop en konden de ritsen eigenlijk al weer open om de warmte kwijt te worden. Maar ook weer niet te ver open, want dan kwam de regen naar binnen. Het was al snel duidelijk dat de heuvels in het Peak Districht wel van een ander categorie waren dan die in België en Duitsland. Kleine paadjes die gewoon door boerenland voeren, best steil omhoog en naar beneden. En de heuvels waren ook best een serieus stuk hoger dan ik eerst ingeschat had. De beelden van de heuvels uit de serie van dierenarts James Herriott waren een stuk lieflijker in mijn herinnering.

Na de eerste berg kregen we een heel stuk langs een rivier, best vlak en ‘runnable’. Ware het niet dat het één grote, natte rivierklei zooi was waar je doorheen moest glibberen en glijden. Rennen kon je er nauwelijks zonder te vallen. Het scheelde veel energie als je gewoon stevig doorwandelde, dat deden Henrie en ik dan ook. Michiel liep veel makkelijker en vlotter, die moest dus maar in zijn eentje verder rennen. Gelukkig waren er nog voldoende Engelse deelnemers om een praatje mee te maken.

Het werd gelukkig in de middag inderdaad een stuk droger. Dat scheelde toch wel een stuk en we liepen onverdroten voort. Heel veel hiken in een vlot tempo omdat rennen gewoon niet kon, maar waar het kon pakten we toch steeds weer een dribbeltje mee. De verzorgingsposten waren steeds heel karig in onze ogen. Alleen water en een handvol snoepjes. Blijkbaar is dat in de UK anders dan hier, waar trailrunning soms meer een running buffet is. Gelukkig hadden we zelf ook van alles bij ons. Het werd een lange dag en op het moment dat we eindelijk wat zon zagen ging die ook al weer bijna onder.

De laatste berg bleek nog een taai ding te zijn, met een pad met stenen omhoog. Normaal geen probleem, maar de invallende duisternis maakte het niet makkelijker. Toen een soort hoogvlakte met diepe moddergeulen waar je steeds een nieuw spoor moest zoeken om niet helemaal tot de knieën het water in te gaan. Hier dacht ik even hallucinaties te krijgen. Er lag een auto op zijn kop naast het pad, helemaal verwoest en gevandaliseerd. Maar hoe was het ding in godsnaam daargekomen? Geen tijd om over na te denken, de hoofdlamp moest uit de rugzak gehaald worden en op. In het pikkedonker mochten we een akelig spekgladde afdaling inzetten. Op de billen naar beneden, drie keer onderuit in de modder, van alle kunsten moesten we uithalen om toch een beetje heelhuids beneden te komen.

Onder de modder was het daarna nog een paar kilometer over een boerenweggetje die we gewoon rennend konden. Kon de modder weer een beetje van de schoenen afvallen, dachten we. Bij de finish bleek dat niet helemaal gelukt. Als een paar modderzwijntjes kwamen we over de streep, hartelijk onthaald door Michiel die al een uur of zo binnen was. De eerste dag zat er op, 50 km met ruim 1500 hoogtemeters in de pocket. Snel de natte kleren uit, douchen en eten. Het eten hield niet over en verder was er niets te doen. Beetje jammer en gemiste kans voor de organisatie. Tijd voor wat herstelbiertjes en vertier in de andere pub in het dorp dus. Daar was het zaterdagavond en dus behoorlijk vol met locals en vooral heel gezellig. Heel fijn om de avond door te brengen, maar we moesten er wel weer een beetje op tijd inliggen natuurlijk.

Route dag 1

De volgende ochtend zag ik dat de Engelsen die gisteren nog in een korte broek liepen nu ineens ook een regenpak aan hadden getrokken. Dat hield vast in dat het serieus slecht weer zou worden. En dat was ook zo. In de briefing werd de hele dag veel regen voorspeld en harde wind. Op de toppen kon de gevoelstemperatuur naar -10 dalen. Gelukkig had Max de F1 gewonnen en stonden we dus goed gemutst aan de start. Vooral Henrie met zijn Max verstappen hoedje dan…

Voor de start moest er nog even een foto gemaakt worden en daar waaide het al behoorlijk. Na de start dachten we nog wel een stukje te kunnen rennen voor we bij het steile stuk van de eerste berg waren, maar we hadden zo’n harde wind recht van voren dat daar al besloten om maar weer te hiken. En hoe hoger we de berg op kwamen, hoe harder het begon te waaien. Op de top konden we tegen de wind in leunen en liepen we over een ruige hoogvlakte. De regen en natte sneeuw vloog horizontaal en ik zag niet veel meer door de spetters om mijn bril. Gelukkig lipe er noeg iemand voor ons waardoor we de route nog wat makkelijker konden vinden. Ondanks alle (regen)kleding die ik aanhad, had ik het helemaal niet warm. Zo vlot mogelijk door dus, die berg af….

Het duurde echter nogal om van die berg af te komen. Door de ruigheid van het terrein ging het niet snel, maar het was ook een heel eind en het duurde daardoor ook letterlijk uren voordat we weer het gevoel hadden van de berg af te zijn. Ik was inmiddels zou koud als een bot doordat we steeds tegen de wind in liepen en Henrie was er niet veel beter aan toe. Gelukkig draaiden we net voor de verzorgingspost op de helft van de wind af en konden we weer wat tempo maken. De grootste kou ging er daardoor weer af.

De verzorgingspost was lekker warm binnen en ze hadden warme cup a soup en pizza en zo. Eindelijk even opwarmen en een extra shirt met lange mouwen er nog bij aan. Alles van de hele kitlist die ons overdreven leek had ik inmiddels aan… Nog maar een halve marathon zeiden we lachend tegen elkaar, wetend dat dat bij ons gemiddelde tempo van maar 5-6 km/uur wat we tot dan toe gelopen hadden nog wel even zou duren…. Vol goede moed liepen we de regen weer in.

We wisten dat er in de laatste helft nog een paar flinke klimmen zaten en probeerden dus overal waar het kon zoveel mogelijk energie te sparen. De klimmen waren steil en fors, een flinke aanslag op de energievoorraad. De afdalingen waren ook heel technisch en lastig, Na afloop bleek dan ook dat we driekwart van de route gehiked hadden. De trailstokken kwamen weer heel goed van pas., hoewel het in Engeland eigenlijk niet hoort. Cheat sticks noemen ze die daar smalend…. Maar wij konden de inboorlingen zo toch redelijk bijhouden (achterin het deelnemersveld dan wel, maar toch).

Het weer bleef de hele dag drama, iedere keer als we dachten dat het een beetje droger werd kregen we weer de volle laag. Ook een degelijk regenpak voorkomt dan niet dat je nat wordt, maar je krijgt in ieder geval niet steeds vers koud water over je heen en het houdt de wind tegen waardoor je warmer blijft. Maar als je dan een keer moet plassen heb je een probleem. Natte handschoenen uit, touwjte van de regenbroek los, touwtje van de loopbroek los. En dan in omgekeerde volgorde alle weer dicht. Tegen die tijd heb je zulke koude handen dat je er tien minuten over doet om de de natte handschoenen weer aan te krijgen. Pas op het allerlaatst klaarde het een beetje op en scoorden we de volle vijf minuten zon van die dag… Dat hielp overigens niet tegen natte voeten. We liepen voor mijn gevoel vaker door het water te stampen dan dat we droge grond onder de voeten hadden. Paden waren veranderd in riviertjes en waterafvoeren, waar we maar door heen moesten stampen. En het water in het Peak District in November is best fris kan ik vertellen.

Helaas lukte het ons weer niet om voor het donker binnen te komen en konden we nog een keer die spekgladde helling af bij het licht van onze hoofdlampjes. We konden er na vier keer vallen in 200 meter inmiddels niet meer om lachen, maar het klonk verdacht veel alsof de schapen in het donker wel om ons lachten… Het laatste stukje harde weg kwam ons inmiddels bekend voor, maar ik speelde het toch nog klaar om daar toch nog een laatste keer tegen het asfalt te kwakken. Onder de modder, een beetje gebutst en gehavend, maar toch blij en trots dat we het weer geflikt hadden kwamen we na 44,5 km en ruim 2000 hoogtemeters weer bij de finish. Michiel onthaalde ons met lekker warme koffie. Hij had ook een stevige dag gehad, maar was meer dan een uur voor ons gefinisht en dus al gedoucht en alles. Klasbak.

Route dag 2

Na het douchen en omkleden moesten we de spullen inpakken en verkassen naar de pub waar we zouden overnachten. We namen nog even afscheid van de organisatoren. Op de vraag of we nog een keer weer kwamen kon ik niet anders dan zeggen dat dat alleen het geval zou zijn als het in de zomer zou zijn… Twee dagen regen, wind en ellende was mij echt zwaar gevallen. Uiteraard merkten zij toen op dat het daar in de zomer ook vaak regende…

Na een goede maaltijd, een paar biertjes en een goede nachtrust in een heerlijk zacht zag de wereld er de volgende ochtend al weer een stuk rooskleuriger uit. Een lekker Engels ontbijt helpt daar altijd bij natuurlijk. Even een praatje met de eigenaar van de pub gemaakt. Die stond helemaal niet te kijken van wat we gedaan hadden dat weekend. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De terugreis duurde ongeveer de hele dag, maar gaf ons de gelegenheid om weer een beetje fysiek te herstellen en ons te realiseren wat een geweldig avontuur we weer beleefd hadden. Type 2 fun, dat wel, maar is toch ook een soort van fun? Op naar het volgende avontuur….

Andre Bleumink

Geen opmerkingen: