Onderzoek naar aanmoedigingen: wat helpt wel en wat niet?

AVA'70 leden met de vlag op de Erasmusbrug, bij de laatste Marathon van Rotterdam

Wat roep jij om lopers aan te moedigen als je langs de kant staat bij een wedstrijd? 'Je kunt het!'? 'Aanzetten!'? 'Een klein stukje nog'? De kracht van woorden is groter dan je denkt, al helemaal op zware momenten tijdens een hardloopwedstrijd. Maar wat kun je beter wel roepen, en wat niet?

Onderzoek naar de beste aanmoedigingen

In een nieuwe studie is onderzocht wat de beste aanmoedigingen zijn - en de slechtste. Volgens onderzoekers van de Plymouth Marjan University kan de juiste positieve aanmoediging bijdragen aan een prestatie. In het onderzoek ‘Keep the Pace! You’ve Got This!’: The Content and Meaning of Impactful Crowd Encouragement at Mass Running Events’ ontdekten ze wel dat alleen de juiste aanmoedigingen helpen.

De 861 ondervraagde deelnemers aan grote loopevenementen gaven aan dat ze wel degelijk iets hadden aan wat er langs de kant geroepen werd. Wat niet hielp: valse informatie over de resterende afstand ('Laatste heuvel!', als er nog drie heuvels te gaan waren bijvoorbeeld).

Wat wel hielp: gepersonaliseerde looptips. 'Blijf jezelf lang maken en houd je ritme hoog, Sophie!' bijvoorbeeld. Wie een grote marathon heeft gelopen, weet sowieso hoe waardevol het is om je naam op je shirt of startnummer te hebben staan. Als een onbekende toeschouwer jouw naam roept, kan dat net het zetje zijn dat je nodig hebt om door te gaan als je het moeilijk hebt.

Dit is waarom positiviteit werkt

Uit het onderzoek bleek dat dat komt omdat lopers door dit soort positieve opmerkingen een gevoel van vaardigheid en trots ervaren over wat ze doen, terwijl ze ook een band krijgen met het publiek - en zo het gevoel krijgen dat ze het publiek met een goede prestatie willen belonen.

Het onderzoek leidde tot een handig acroniem voor de volgende keer dat je juicht bij een wedstrijd: 'IMPACT' - Instructief en praktisch advies ('Hou je tempo erin!'), Motiverend ('Goed bezig!'), Persoonlijk (met een naam, hardloopclub of goed doel; oogcontact maken), Authentiek en niet-oordelend ('Dat is een geweldig goed doel waar je voor loopt'), Vertrouwenwekkend/Confidence-building ('Je kunt dit! '), en Toegespitst op de afstand ('Je hebt nog maar een halve kilometer te gaan').

Niet doen: liegen over de afstand, opmerkingen maken over het uiterlijk van een loper of lopers die al helemaal stuk zitten aanmoedigen om nóg dieper te gaan. Wees empathisch en oprecht, raadden de onderzoekers in hun conclusie aan. (bron)