zaterdag 24 juni 2017

Verslag van de Game of Stones in Hinterweidenthal(D)

Henrie Drenthel (links) en Andre Bleumink
Zwijgend stappen we naast elkaar door het vroege ochtendgloren. De weg naar Hinterweidenthal lijkt wel eindeloos. De plek met de ergste pijn van het moment wisselt steeds af. Het ene moment zijn het de blaren onder je voeten, het volgende moment zijn het de schuurplekken of de bovenbenen die om rust schreeuwen. Mijn rugzak trekt aan mijn schouders alsof er lood in zit. Het is al meer dan 24 uur geleden dat we gestart zijn aan de Game of Stones en we zijn er helemaal klaar mee. Alleen is er geen mogelijkheid om uit te stappen, we moeten door naar de finish…. Tanden op elkaar en doorlopen….

In september vorig jaar zag ik voor het eerst een bericht voorbij komen over de Game of Stones. Een loopevenement van 36 uur, waarbij het enige dat duidelijk was dat je 8 Rittersteine in het Pfälzerwald moest opsporen. Verder geheel zelfvoorzienend qua eten, drinken, oriëntatie etc. Google Maps bracht aan het licht waar het Pfälzerwald zich precies bevond in Duitsland en langzaam werd duidelijk dat dit een enorme uitdaging voor Henrie Drenthel en mij zou zijn. Door het bos rennen met alleen een GPS-handheld of een kaart ter oriëntatie is iets wat we graag mogen doen en het super kleinschalige van het evenement sprak ons ook enorm aan. De organisator Michael Frenz staat bekend om de extreem lange wedstrijden die hij organiseert. Kort overleg via Facebook leerde ons dat we rekening zouden moeten houden met afstanden rond de 150 km. Maar aangezien je zelf de route bepaalt, kun je ook eerder stoppen. Dat is maar goed ook want mijn langste afstand ooit was ‘slechts’ 72 km. Al snel was onze inschrijving een feit.

In de aanloop naar de wedstrijd lopen we diverse trailwedstrijden en flink wat kilometers. De vuilnisbelt in Winterswijk begint bijna te slijten van alle keren dat ik er omhoog en omlaag loop. Krachttraining is een vast onderdeel van mijn training, maar wat kan je voorbereiden op zo’n afstand? Het zal toch voornamelijk een mentaal spelletje worden. Om onze kansen wat te vergroten bereiden we een aantal routes voor via afstandmeten.nl waarmee een heleboel stenen  aangelopen kunnen worden. Voor de start horen we welke 8 stenen we moeten hebben en dan kunnen we bepalen welke ronde of combinatie van rondes we gaan lopen. Dat geeft wat houvast, we beperken ons tot een afstand van iets meer dan 100 kilometer. Dat lijkt ons het maximaal haalbare voor ons in dit terrein. Bovendien lijkt het ons leuker om via een heleboel stenen naar de finish te komen dan er iedere 30 kilometer eentje vinden.

Vrijdagavond voor de start parkeren we de camper dicht in de buurt van de start en pakken we onze rugzakken vol met eten, drinken en andere spullen die we nodig gaan hebben. Gezien de temperatuur van bijna 30 graden die verwacht wordt moeten we extra water meenemen. Zeker in de eerste helft van de route zullen we maar heel weinig bewoonde wereld zien en zijn we op ons zelf aangewezen. Het gewicht van de rugzak is te hoog om comfortabel mee te lopen, maar we moeten het er mee doen.

’s Morgens om half zes is het verzamelen en krijgen we de laatste instructies en de gps-trackers die onze tocht zullen vastleggen. De stenen worden geloot en wij starten snel de laptop op om te zien welke ronde die we bedacht hebben de meeste stenen bevat. Tot ons ‘geluk’ bleek onze langste ronde de beste optie. Tegen half zeven tikken we de Teufelstisch aan die de start is van het evenement en vandaar uit vertrekken we voor onze tocht door het Pfälzerwald. De temperatuur is prima, zelfs wat fris in de schaduw van het bos. Prima loopweer en we vonden vrij eenvoudig de ene Ritterstein na de andere. Rustig lopen, regelmatig eten en vooral steeds blijven drinken was een vereiste om de hele dag te blijven lopen. Een lekkere bak koffie op het enige terras in de ochtend die we zien is dan ook een fijne afwisseling van het water uit de rugzak.

Het terrein is extreem heuvelachtig, eigenlijk is het gewoon bezaaid met kleine bergen. Soms kunnen we er om heen, maar even vaak moeten we helemaal naar boven wandelen om daanra weer naar beneden te rennen. Een klim van enkele kilometers, waarin dan tegen de 400 hoogtemeters zitten, zijn niet vreemd hier. Dat is veel hoger dan we kennen uit bijvoorbeeld de Ardennen. Voor mijn gevoel komt het dichter bij de Alpen. Een flinke klus is het iedere keer, maar wel mooi. Prachtige uitzichten en doorkijkjes over de toppen en de valleien. Jammer dat je dat bijna niet op de foto kunt krijgen.

Iets na het middaguur lopen we een stukje op met een oudere loper die naar dezelfde steen onderweg is als wij. Ervaren ultraloper, woonachtig en werkzaam in Quatar. Gezellige prater, maar het is ons al snel duidelijk dat hij veel beter overweg zal kunnen met de warmte die nu echt begint op te komen. Waar hij dag in, dag uit, traint bij temperaturen boven de dertig graden vinden wij het heet. Voor een woestijnloper valt het reuze mee. Vrolijk vertelt hij ons dat hij een week na de Game of Stones aan de start zal staan van het ‘Rondje Keulen’. Een rondje van 170 km… Dan zijn wij maar een stel rookies.

De hitte in de middag maakt dat we ons tempo nog verder naar beneden brengen. In de praktijk rennen we alleen nog maar de stukken naar beneden en powerhiken we de rest. Daarmee blijft de warmte redelijk hanteerbaar en komen we toch met ruim 6 km per uur vooruit. We zijn goed op weg. Toch maken we deze middag, door de warmte en onervarenheid op dit soort wedstrijden, een enorme fout. Als een voorbijganger ons vertelt dat een paar kilometer terug een gelegenheid is waar je eten en drinken kunt besluiten we toch door te lopen. We koelen even door lekker in een stroompje te poedelen en lopen verder op onze geplande route.

Een aantal uur later zitten we even te eten en de kaart te bestuderen. Wat rekenwerk leert ons dat we het dorp waar we dachten eten en drinken te kopen voor de nacht niet kunnen bereiken voor een uur of 10 ’s avonds. De kans dat er dan nog wat open is, is klein. We besluiten de route wat in te korten en via een afkorting naar het dichtsbijzijnde dorp te lopen. Na een kilometerslange afdaling vol stenen en boomwortels komen we hijgend en puffend van de warmte tegen half negen ’s avonds aan bij een restaurantje waar we op het terras ploffen. De keurig geklede locals en de serveerster kijken wat vreemd naar ons, maar als we vertellen waar we mee bezig zijn valt hun mond open van verbazing. We worden vriendelijk geholpen aan een maaltijd en het bijvullen van een aantal flesjes met cola is geen enkel probleem. Bij ons vertrek een uurtje later wordt ons van alle kanten succes gewenst. Een fijn moment om de nacht mee in te gaan.

Het wordt al snel donker in het bos en vochtig en benauwd. In het licht van onze koplampjes zien we allerlei insecten. Maar goed dat we ons flink ingesmeerd hadden met deet, anders hadden ze ons helemaal lek geprikt. Verder was het doodstil, alleen geritsel van muizen of ander kleine beestjes. Heel af en toe blinken de ogen van reeën in het schijnsel van de lampen. We powerhiken nu eigenlijk de hele tijd. Rennen naar beneden levert risico op en het laatste wat we kunnen gebruiken is een verzwikte enkel in the middle of nowhere. Hulp kan dan immers wel een paar uren duren.

Na een aantal flinke klimmen en een langdurige speurtocht naar een goed verborgen steen beginnen we toch wel flink moe te worden en we beginnen steeds meer te denken aan een lekker tukkie ergens in een schuur of zo. Maar dan moet je die wel vinden natuurlijk. Vlak bij een dorp lopen we ons vast tegen een snelweg en een hoog hek. We zien even geen uitweg en besluiten een uurtje te slapen in een ongebruikte tunnel. Na een uur worden we verkleumd wakker, maar zijn we genoeg opgeknapt om de goede weg weer te vinden.
We lopen weer verder, maar de puf is er uit. We krijgen blaren van de vele steile klimmen en dalen en de schuurplekken op nare plekken worden steeds vervelender. Als we dan ook nog eens door een fout in onze route helemaal voor niets weer een berg op en af lopen, om vervolgens weer terug te komen waar we vandaan kwamen, zijn we het zat. We besluiten de kortste weg terug te lopen en de rest van de stenen te laten zitten.

Zo wandelen we dus in het hele vroege ochtendgloren over de weg naar Hinterweidenthal. We zijn er klaar mee, maar we moeten nog naar de finish. Een kleine 20 kilometer verderop via de kortste weg. Vier uur wandelen of zo. Hardlopen doen we al lang niet meer, we maken er alleen grappen over. We zien nog een paar slangetjes, wat reeën en een marter die absoluut niet bang is. Dat zorgt voor wat afleiding, maar voor Kaffee en Kuchen is het nog te vroeg. Er is nergens iets open, geen mens te zien. Het feit dat we dit als team doen sleurt ons er door heen, elkaar oppeppen waar nodig, zorgen voor afleiding en er voor zorgen dat je positief blijft denken.

Als we dan uiteindelijk iets na achten in de ochtend eindelijk weer de Teufelstisch aantikken zijn we uitgeput, maar dolgelukkig. Geen muziek, applaus of bloemen na de langste afstand die ik ooit gelopen heb, er was niemand in de buurt om het te zien. Maar het voelt toch als een overwinning. Geen energie meer, fysiek tot op het bot leeggezogen door deze tocht. Maar gevuld met een heleboel nieuwe evaring en indrukken. Een volgende keer zullen we daar zeker voordeel uit kunnen halen. En in ieder geval is het iets waar we nog heel lang sterke verhalen over kunnen vertellen. Van de 8 stenen die we hadden moeten hebben, hadden we er maar twee. Maar verder was er denk ik geen deelnemer die 32 stenen had zoals wij. Er was één deelnemer die alle 8 stenen had, maar die had veel meer dan 36 uur nodig en 185 km. Voor mij was het een afstandsrecord van 102,5 km, met ruim 3300 hoogtemeters, is iets waar ik met heel veel tevredenheid op terugkijk. Voorlopig hou ik het even bij kortere afstanden, dus blijft dit record nog wel even staan.

De route die Henrie en Andre hebben gelopen

1 opmerking:

theo stronks zei

Toppers zijn het !!!!