zondag 23 februari 2020

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 216

Luuk ligt uitgeput op de bank bij de familie Wevers, zijn voetjes houdt hij vlak voor de gloednieuwe en behaaglijk warme kachel
Zwetend word ik wakker

Luuk ligt uitgeput op de bank bij de familie Wevers. Zijn voetjes houdt hij vlak voor de gloednieuwe en behaaglijk warme kachel. Het is dezelfde kachel die de man des huizes – Geert – laatst zo schaamteloos aanprees op dit blog. Ongetwijfeld heeft Geert een fikse korting gekregen op dit pronkstuk. Zal ik de sponsor nog even noemen? De Heide Smid! De Heide Smid! De Heide Smid! Misschien kan ik dan ook wat moois krijgen, ter vervanging van die koolmonoxidevergiftiging-uitlokkende gaskachel. Dit terzijde. 

Terug naar Luuk. Hij is keihard in training voor de Rotterdam Marathon. Geen vet meer op zijn botten, de jukbeenderen duidelijk zichtbaar en fitter dan ooit. Als die paniekzaaierij om die nepgriep niet tot de Havenstad doordringt, kan hij op 5 april wel eens een prachtige prestatie gaan neerzetten op de klassieke afstand. Luuk doet zich altijd voor als de praatjesmakende flierefluiter die het allemaal niet zo nauw neemt, maar neem van mij aan; hij is nu al poepie zenuwachtig. Bij ieder pijntje spoedt hij zich naar fysiobroertje Mark en anders vraagt hij papa Jan wel of die nog een paar pillen achterover kan drukken. Hij laat niets aan het toeval over. Looptalent heeft hij voldoende, dus een tijd van 3.15 uur zit in het vat, wellicht nog wel sneller. Ik wil er natuurlijk geen druk op leggen…..

Ik heb er laatst zelfs over gedroomd. Ik sta midden op de Coolsingel bier te tanken met Bartje Wesselink, fysiobroertje Mark en nog wat gespuis. Het is bloedheet en de stemming is opperbest. De hoempapamuziek dwingt ons tot het maken van een dansje. Voordat we er erg in hebben komt Luuk er al aan. 2.51 uur staat er op de klok met nog zo’n zestig meter te gaan, een tijd dik onder de 3 uur. wauw! Als hij ons ziet, is het lopen echter gedaan. Zonder aarzeling bestelt hij, met het schuim op zijn bek en het bloed uit zijn tepels, een biertje. Hij is met geen stok naar de finish te slaan. Bartje moet er met zijn kenmerkende lach keihard om gieren, maar fysiobroertje Mark en ik kunnen schreeuwen en lullen wat we willen, maar hij loopt geen meter meer. De klok tikt door. Luuk danst er lustig op los en wenkt de ober voor nog een pilsje. Tot overmaat van ramp komt prins carnaval Björn Demkes ook nog bij ons staan. Hij is al lang gefinisht, in 2.25 of iets dergelijks. Hij spoort Luuk aan om nog meer te drinken. Voorop in de polonaise ziet Luuk zijn sub 3-uurtijd langzaam wegtikken. Als vader Jan de Coolsingel opdraait om ook een tijd onder de 3 uur neer te zetten, komt bij Luuk het besef. Met een klap klettert zijn glas bier op het asfalt. Als een optrekkende Tesla schiet hij naar de finish en wint met een duimbreedte voorsprong de sprint van zijn vader. 2.57 en een beetje.

Zwetend word ik wakker.

Geen opmerkingen: