donderdag 1 mei 2014

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 27

Mark te Brake
Wat als?!

Dikwijls – wat een heerlijke woord is dat toch - stel ik mezelf de vraag: wat als? Wat als ik miljonair zou zijn? Wat als dat bloedmooie meisje mij ook wel ziet zitten? Je kent ze wel, van die vragen waarop je met je kameraden op een zaterdagavond in een rokerig bruincafé naar een antwoord zoekt. Het zijn vragen waarop je graag antwoord wilt, maar waar je nooit antwoord op krijgt. Sinds het afgelopen weekend heb ik weer zo’n ‘wat als?! Vraag’. Wat als ik Mark te Brake zou zijn?

Zoals iedereen weet won Mark te Brake afgelopen zaterdag met speels gemak de Koningsloop in Aalten. Met vier vingers in de neus en zonder zich overmatig in te spannen liep hij op de vijf kilometer een tijd van 15.54 minuten. Asociaal hard dus. Mark was natuurlijk zo trots als een pauw en zo blij als een kind in een snoepwinkel, maar dit laat die nuchtere topper amper merken. Maar wat als ik nou Mark te Brake zou zijn?!

Als ik de Koningsloop zou winnen, dan barst de pleuris los. Puur uit enthousiasme zou ik met broer Luuk te Brake, die ik net een ronde heb ingehaald, nog een extra rondje lopen. Terwijl ik Luuk, die al drie rondes om zijn moeder roept, aanmoedig, neem ik alle felicitaties met veel bombarie in ontvangst. Bij iedere toeschouwer zou ik even stoppen. Ik zou dan zeggen dat het allemaal niet veel voorstelde. “Ach dat kan iedereen” of “Ik had toevallig een goede dag”. Dat soort verhalen zou ik vertellen, maar stiekem weet ik beter.
De hele dag zou ik mijn loopkleding aanhouden. Als ik ’s middags een biertje bestel, laat ik het bier inschenken in mijn net gewonnen beker. Iedereen mag een slokje uit mijn trofee. Als de polonaise op gang komt, zorg ik dat ik vooraan loop. Ik heb toch net de Koningsloop gewonnen of niet dan? Als er leuke meisjes, vrouwen of milfjes langskomen knipoog ik even subtiel. Je hebt toch een vriendin? Ja , kijken mag toch wel!? In alle gesprekken doe ik net alsof ik interesse heb in mijn gesprekspartner, maar toch probeer ik zo snel mogelijk om mijn prestatie weer als gespreksonderwerp te krijgen. Ik heb toch net de Koningsloop gewonnen of niet dan?

Als ’s avonds de onvermijdelijke ‘dronken vechtpartijtjes’ op gang komen, treed ik op als bemiddelaar. Mij nemen ze natuurlijk heel serieus. Ik heb toch net de Koningsloop gewonnen of niet dan?! Als ik later op de dag broer Luuk of broertje Tim tegenkom, vraag ik op een semi-aardige manier: “hoe is het met de beentjes?”, met direct de ongevraagde toevoeging: “Ik heb  nergens last van”. Als papa Jan langs komt strompelen zou ik hem een nonchalant klapje in het gezicht geven. “Hey pa, drink je niet te veel?”.

Er is er maar één die ’s avonds als laatste Café Leuven verlaat, dat ben ik natuurlijk. Ik heb toch niet de Koniningsloop gewonnen of niet dan? Met een joviaal gebaar en met de tekst: “Paul, Wilco, bedankt maar weer mannen en tot snel”, zou ik het café verlaten. 
Nee ik had het wel geweten als ik Mark te Brake zou zijn. 

4 opmerkingen:

André Balke zei

Prachtig leuk verhaal Erwin. Weer met veel genoegen gelezen.
Super "die" Mark te Brake !!

Anita zei

Mooi verhaal weer Erwin! Trots op mijn grote neef!

Anita zei

Maar Erwin, als je Mark te Brake was...was ik je tante! Dat wil ie niet....

Walter zei

Als Erwin Mark was.., wie had deze column dan moeten schrijven...!?
Zelfs deze zin was dan onzin geweest....