Bram Som |
‘De 800 meter is een verlengde
sprint; je moet zo lang en zo hard mogelijk met zoveel mogelijk zuur in je lijf
blijven rennen. Het tactische aspect is het leukst; dat begint meteen als ieder
uit zijn eigen baan gaat en samenkomt.’ Bram Som, Europees kampioen in 2006,
zit relaxt in de zon. Door blessures moest hij in 2012 zijn carrière staken.
Zijn grote Olympische droom viel in stukken uiteen, maar Som leek niet in het
voor de hand liggende zwarte gat te tuimelen. De dag nadat hij zijn carrière
beëindigde, besloot hij een stukje te gaan hardlopen. Gewoon zomaar, om het
lopen zelf. En hij bleef lopen. Het mooie aan zijn verhaal is dat hij na al die
jaren nog steeds keihard loopt en zelfs nog schittert in Diamond
League-wedstrijden, hetzij als haas. Maar toch – probeer hem maar eens 600
meter lang bij te houden; dat lukt alleen de beste van de beste. In zijn
topjaren als atleet leefde hij alleen voor de atletiek; nu is hij vader van
twee kinderen en is hij trainer van onder meer wereldkampioen Faith Kipyegon. In
zijn offseason loopt hij marathons.
Druk
‘Ik haal veel meer uit het
lopen dan alleen het competitieve. Het is een vorm van meditatie, mijn
creatieve brein gaat ervan aan. Stress valt van mijn schouders’, zo vat hij het
samen. ‘Tijdens mijn carrière als atleet was alles meer zwart-wit; goed of niet
goed. Ik genoot toen niet echt van het hardlopen, legde mezelf zoveel druk op.
Een keer minder gezond eten had direct invloed op mijn volgende training. En
iedereen kijkt altijd met je mee. Een keer liep ik twee weken voor een WK een
vijf-kilometerwedstrijd op de weg, gewoon omdat ik er zin in had. Mijn trainer
Ruben Jongkind vond het prima, maar buitenstaanders verklaarden me voor gek.
Twee weken later werd ik zevende op het WK.’
Marathon
‘Het lopen van een marathon is
niet per se slim en draagt niet bij tot meer snelheid. Maar de voorbereiding
van die marathon is echt heel goed! Ik loop mijn marathons (twee maal New York
en een keer Etten-Leur) in het najaar. Dan ben ik in februari weer topfit voor
het indoorseizoen’, grijnst Som. Voorlopig blijft hij zich inzetten als
tempomaker, liever op de 1500 meter dan op de 800 meter vanwege het risico op
blessures. ‘Van de 1500 meter kan ik toch iets meer genieten; dan loop ik 900
meter mee – op de 800 meter loop ik maar 600 meter mee.’
Geslaagd
Zijn dag kan niet beter
beginnen dan met een goede training, gevolgd door een lekker ontbijt. ‘Dan is
mijn dag al geslaagd.’ De natuur geeft hem energie en creativiteit. ‘En
tegelijkertijd is er een ontlading; het lopen in de natuur maakt me vrij.’
Som’s hometrails bevinden zich op en rond de Oosterbeekse stuwwallen. ‘Alleen
het asfalt is hier vlak; het is soms wel even zoeken als ik een tempotraining
ga doen. Maar de hoogteverschillen lenen zich uitstekend voor andere trainingen;
je doet er gratis krachttraining bij.’ Hij geniet van de lange duurlopen over
de heuvels. ‘Maar het allerleukst blijft het toch wel om met 28 kilometer per
uur over de atletiekbaan te racen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten